•Controleer of het netsnoer en de videosignaalkabel goed zijn aangesloten.
•Als "GEEN INPUT SIGNAAL" op het scherm verschijnt:
–De computer staat in de energiespaarstand. Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord of verplaats de muis.
–Controleer of het ingangssignaal juist is ingesteld door op de INPUT toets te drukken (pagina 10).
•Als "KABEL NIET AANGESLOTEN" op het scherm verschijnt:
–Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten.
–Controleer of het ingangssignaal juist is ingesteld door op de INPUT toets te drukken (pagina 10).
•Als "BUITEN BEREIK" op het scherm verschijnt, moet u de oude monitor opnieuw aansluiten. Pas vervolgens de grafische kaart van de computer aan het volgende bereik aan.
| Analoog RGB | Digitaal RGB | |
Horizontale | |||
frequentie | |||
|
| ||
|
|
| |
Verticale | 60 Hz | ||
frequentie | |||
|
| ||
|
| ||
Resolutie | 1600 ⋅ 1200 of minder | ||
|
|
|
Zie "Foutsymptomen en oplossingen" op pagina 20 voor meer informatie over berichten op het scherm.
Geen specifieke drivers vereist.
De monitor voldoet aan de "DDC" Plug & Play norm en herkent automatisch alle monitorinformatie. Op de computer hoeft geen specifieke driver te worden geïnstalleerd.
Wanneer u de computer voor het eerst aanzet nadat de monitor is aangesloten, kan de installatiewizard op het scherm verschijnen. Volg in dit geval de instructies op het scherm. De Plug & Play monitor wordt automatisch geselecteerd zodat u deze monitor kunt gebruiken.
De verticale frequentie wordt ingesteld op 60 Hz.
De monitor produceert geen vervelend geknipper, zodat u deze meteen kunt gebruiken. U hoeft de verticale frequentie niet hoog in te stellen.
Instelling 5: De hoogte en hellingshoek aanpassen
U kunt de monitor verstellen binnen de hieronder weergegeven hoeken.
Pak beide zijden van het
ca.
100 mm
ca. 5° ca. 20°
NL
ca. 175°
ca. 175°
Comfortabel gebruik van de monitorPas de kijkhoek van de monitor aan de hoogte van uw bureau en stoel aan zodat er geen licht van het scherm in uw ogen wordt gereflecteerd.
9