!™ Grafiek-toonregeling aan/uit-toets (EQ ON/OFF)

Druk hierop om de equalizer toonregeling in of uit te schakelen. Bij inschakelen van de equalizer gaat het EQ indicatorlampje branden. Als u de klankkleur vast hebt bijgeregeld met EQUALIZER parameters (zie blz.

34)in het CURSOR MODE menu en de cursortoetsen, zal het geluid worden weergegeven met de vastgelegde klankkleur-instellingen, telkens wanneer u de equalizer toonregeling inschakelt.

zVoor de zuiverste weergave zonder bijregeling

Verricht de onderstaande stappen om alle toonregelcircuits uit te schakelen.

1Druk op de BASS BOOST toets van de afstandsbediening zodat het BASS BOOST lampje dooft.

2Druk op de EQ ON/OFF toets zodat het EQ lampje dooft.

3Druk op de SOUND FIELD ON/OFF toets zodat het

SOUND FIELD lampje dooft.

Het resultaat is een weergave zonder bijregeling, om de klank van de geluidsbron zo zuiver mogelijk te horen.

!£ De volgende toetsen zijn voor de bediening van de ingebouwde tuner. Zie voor nadere bijzonderheden het hoofdstuk “Radio-ontvangst” vanaf blz. 37.

Voorkeurzendertoetsen (PRESET TUNING +/–)Druk hierop om alle voorkeurzenders door te nemen.Geheugengroep-keuzetoets (SHIFT)Hiermee kiest u een groep voorkeurzenders in het afstemgeheugen.Afstemband-keuzetoets (FM/AM)Hiermee kiest u de FM of AM afstemband.

!¢ De volgende toetsen zijn voor de bediening van de ingebouwde tuner. Zie voor nadere bijzonderheden het hoofdstuk “Radio-ontvangst” vanaf blz. 37.

Geheugentoets (MEMORY)

Druk hierop om een radiozender in het geheugen vast te leggen als voorkeurzender.

FM stereo/mono-keuzetoets (FM MODE)

Als de aanduiding “STEREO” in het uitleesvenster knippert en de FM stereo uitzending niet erg goed klinkt, drukt u op deze toets. Dan zal er geen stereo- effect meer zijn, maar de ontvangst zal beter klinken.

Programmatype/afstemtoetsen (TUNING/PTY SELECT +/–)

Druk hierop om alle te ontvangen radiozenders te doorzoeken. Met deze toets kiest u tevens de programmatypen bij gebruik van de PTY afstemming.

!￿ De volgende toetsen zijn voor de bediening van de ingebouwde tuner. Zie voor nadere bijzonderheden het hoofdstuk “Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)” vanaf blz. 41.

Programmatype-keuzetoets (PTY)

Druk hierop om radiozenders op te zoeken aan de hand van het programmatype dat ze uitzenden. Deze toets werkt niet tijdens AM ontvangst.

Informatie-paraattoets (EON)

Druk hierop om automatisch over te schakelen op een informatiezender wanneer die begint met uitzenden van verkeersinformatie, nieuws e.d. De EON toets werkt niet tijdens AM ontvangst.

Cursorfunctie-keuzetoets (CURSOR MODE)

Druk meermalen op deze toets om een van de drie onderstaande cursortoets-functies te kiezen. Het indicatorlampje van de gekozen functie licht op. Het indicatorlampje dooft wanneer u op de SET UP toets drukt.

Met de cursortoets-functie

Kunt u
ingesteld op

 

 

 

SURROUND

De diverse akoestiekparameters

 

aanpassen (effectniveau,

 

wandmateriaal, enz.), de

 

geluidssterkte en de balans van

 

de achterluidsprekers regelen en

 

de geluidssterkte van de

 

middenluidspreker en de

 

lagetonen-luidspreker instellen

 

(zie blz. 33).

 

 

EQUALIZER

De toonregeling (lage/midden/

 

hoge tonen) voor de voor-,

 

midden- en achterluidsprekers

 

regelen (zie blz. 34). Druk op de

 

EQ ON/OFF toets om de

 

equalizer toonregeling te

 

activeren.

 

 

INDEX

Zelf gekozen namen invoeren

 

voor voorkeurzenders en beeld/

 

geluidsbronnen (zie blz. 45).

 

 

Cursortoetsen (///)

Na indrukken van de CURSOR MODE toets of de SET UP toets gebruikt u deze toetsen om de preciese instelling van uw keuze te maken (zie blz. 15, 17, 33, 34 en 46).

!• Insteltoets (SET UP)

Druk meermalen op deze toets om een van de drie onderstaande aanduidingen te kiezen. De gekozen aanduiding verschijnt in het uitleesvenster en dan kunt u diverse instellingen maken met de cursortoetsen.

Als de volgende

Kunt u

aanduiding oplicht

 

 

 

SPEAKER SETUP

Het luidsprekerformaat kiezen voor

 

de voor-, midden- en

 

achterluidsprekers, de plaats van de

 

achterluidsprekers instellen en de

 

aan- of afwezigheid van een aparte

 

lagetonen-luidspreker (zie blz. 15).

 

 

SPEAKER DISTANCE

De afstand van de voor-, midden- en

 

achterluidsprekers kiezen, in een

 

afstandseenheid naar keuze (zie blz. 17).

 

 

OTHER

De helderheid van het uitleesvenster

 

kiezen uit vier niveaus (zie blz. 46).

 

 

 

25NL

tuner/versterker de van basisbediening en Bedieningsorganen