Bijregelen van de klankbeelden

U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen door de akoestiekparameters en de klankkleur van de midden- en voorluidsprekers zo in te stellen dat het geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.

Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven (tenzij de tuner/versterker langer dan ongeveer een week niet op een stopcontact aangesloten is). Om een bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te brengen.

Zie het overzicht op blz. 36 voor de parameters waarmee u een bepaald klankbeeld kunt bijregelen.

Voor de beste weergave van meerkanaalsSurround Sound

Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en volg de aanwijzingen onder “Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 14 alvorens u een klankbeeld gaat aanpassen.

Aanpassen van de akoestiekparameters

Het SURROUND menu biedt een aantal parameters waarmee u allerlei verschillende aspecten van het gekozen klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd.

1Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor.

2Druk enkele malen op de CURSOR MODE toets totdat het SURROUND indicatorlampje oplicht.

3

Druk op de cursortoetsen (

of

) om in te stellen

 

op de parameter die u wilt bijregelen.

4

Druk op de cursortoetsen (

of

) om de

gewenste stand te kiezen. De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd.

EFFECTNIVEAU (EFFECT)

Oorspronkelijke instelling: (afhankelijk van het klankbeeld)

Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van het gekozen digitale filmgeluid-klankbeeld naar wens instellen.

WANDBEKLEDING (WALL)

Oorspronkelijke instelling: gemiddeld

Wanneer geluid weerkaatst wordt door een wand die bekleed is met relatief zacht materiaal of door gordijnen, worden de hoge tonen verzwakt. Een hardere wandbekleding daarentegen reflecteert het geluid meer gelijkmatig en zal de frequentiekarakteristiek van het geluid daarom minder sterk beïnvloeden. Deze “WALL” parameter simuleert de hardheid van de wandbekleding, door het variëren van de hoeveelheid hoge tonen. De S (soft) instelling geeft een zachte wandbekleding aan en de H (hard) instelling een harde wandbekleding. De gemiddelde stand geldt voor een standaard halfharde wand (van hout).

WEERKAATSING (REVERB)

Oorspronkelijke instelling: gemiddeld

Bij een muziekuitvoering zal het geluid altijd een aantal malen heen en weer kaatsen tussen de linker en rechter wanden, het plafond en de vloer, vóór het onze oren bereikt. Hoe groter de ruimte, des te langer zullen de weerkaatsingen duren. Met deze parameter kunt u de tijdsduur van de vroege weerkaatsingen bijregelen om zo een grotere (L) of een kleinere (S) ruimte te simuleren.

De weerkaatsingen zijn instelbaar over een ±8 instelbereik in 17 stapjes, van –8 (S, voor Small) tot +8 (L, voor Large).

De gemiddelde stand (0) geeft een standaard ruimte, zonder bijregeling.

LAAGFREQUENT EFFECT MENGNIVEAU (LFE MIX)

Oorspronkelijke instelling: 0 dB

Met deze parameter kunt u de geluidssterkte bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven via de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de gewone lage tonen te beïnvloeden die door de Dolby Digital (AC-3) basverdelingscircuits van de voor-, midden- en achterkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker.

Het LFE niveau is instelbaar in stapjes van 1 dB, van –20 dB tot 0 dB (lijnniveau). Bij 0 dB wordt het volledige LFE signaal weergegeven met het mengniveau gekozen door de opnametechnicus.

Bij instellen op MUTING wordt het geluid van het LFE kanaal door de lagetonen-luidspreker gedempt. De lage tonen van de voor-, midden- en achterkanalen die door de basverdelingscircuits worden overgeheveld naar de lagetonen-luidspreker worden echter wel weergegeven, volgens de keuze gemaakt voor elk luidsprekerpaar bij de luidspreker-instellingen (zie blz. 15).

akoestiek Sound Surround van Genieten

33NL