Raadpleeg ook de tekeningen uit de eerste bladzijden met de alfabetische verwijzingen uit de toelichtende tekst.
Zich strikt aan de aanwijzingen uit deze tekst houden.
Iedere aansprakelijkheid voor eventuele schade of brand aan het apparaat veroorzaakt door het niet in acht nemen van de aanwijzingen in deze handleiding weergegeven wordt afgewezen.
Beschrijving van
de wasemkap - afb. 1
1Bedieningspaneel
2 Vetfilter
3 Handgreep voor ontgrendeling van het vetfilter
4 Halogeenlamp (of naar keuze gloeilamp of PL lamp – zie ook het eigenschappen plaatje aan de binnenzijde van de wasemkap, zichtbaar door het vetfilter te verwijderen)
5 Dampscherm
6 Geleiders van het dampscherm
7 Luchtuitgang
8 Houder (in twee maten geleverd)
9 Hechtpunten voor het kastje
10 Controledeurtje voor zuiggroep (TOEGANG TOEGESTAAN ALLEEN AAN EEN BEVOEGDE TECHNICUS)
Installatie - afb. 5-6
In het geval van een elektrisch fornuis moet de afzuigkap minstens 43 cm van de kookplaat afgelegen zijn en 65 cm in geval van gas of gemengd fornuis.
De wasemkap heeft een luchtuitgang aan de bovenkant B voor de afvoer van de dampen naar buiten (Uitvoering als afzuigend apparaat – afvoerpijp en bevestigingsbandjes niet meegeleverd).
Indien het niet mogelijk is rook en damp naar buiten af te voeren, kan de wasemkap in filterende uitvoering gebruikt worden door een koolstoffilter en het afbuigrooster F op de verbindingsring op de afvoeropening B (Fig. 3) te monteren, de rook en dampen worden door het afbuigrooster gerecycleerd.
De modellen zonder afzuigmotor werken alleen als apparaten met afvoer van de lucht naar buiten, en moeten worden verbonden met een perifere afzuigunit (niet meegeleverd).
Voorafgaande informatie voor installatie van de wasemkap:
Ontkoppel, tijdens de elektrische aansluitingsfase, de wasemkap via het hoofdpaneel.
De wasemkap is ontworpen om in een kastje, aan de muur, geïnstalleerd te worden.
We raden aan de wasemkap alleen binnen een kastje met de juiste afmetingen te installeren.
Raadpleeg figuur 2 met de nodige inlichtingen voor een veilige installatie en voor de eventuele openingen die gemaakt moeten worden, op de bodem van het kastje, voor de doorvoering van het kaplichaam en, aan de bovenkant van het kastje, voor de doorvoering van de elektrische kabel en de elektronische kaart die de werking van de wasemkap controleert (TOEGANG TOEGESTAAN ALLEEN AAN EEN BEVOEGDE TECHNICUS).
Attentie!
De wasemkap kan, indien gewenst, uitgerust worden met 4 zij- afstandstukken (2 voor de rechterzijde en 2 voor de linkerzijde), deze zijn nuttig als de breedte van de behuizing voor het motorlichaam breder dan 6 mm is.
In dit geval dienen de afstandstukken gemonteerd te worden aan de buitenkant van het kaplichaam in overeenstemming met de openingen voor de schroeven voor de bevestiging aan het kastje (Fig. 2-A)
1 . Meet de diepte van het kastje (houd ook rekening met het deurtje) daar tot een diepte van 315mm moet de houder van 37mm gemonteerd worden, boven de 315mm de houder van 75mm. Dit onderdeel C moet op de staven van het kaplichaam met 4 schroeven vastgemaakt worden.(fig.3).
2 . Bevestig de verbinding voor de luchtuitgang B op het kaplichaam (fig.3).
Alleen voor de Filterende Uitvoering:
plaats het afbuigrooster F op de afvoerverbinding. Bevestig het filterframe binnen de wasemkap, eerst aan de bovenkant op de ringen R in het kaplichaam, dan aan de onderkant met 2 schroeven S (fig. 3).
3 . Plaats de meegeleverde mal eerst rechts dan links (Fig. 4.1) of, indien aanwezig, plaats de speciale mal tegen de muur (Fig. 4.2 – alleen als het gaat om uitvoeringen die geschikt zijn voor de muurbevestiging) en maak de gaten zoals is aangegeven (op de mal voor de bevestiging aan het kastje zijn 3 blindgaten aangegeven, 2 van Ø 2mm, 1 van Ø 5mm, terwijl op de mal voor de bevestiging aan de muur zijn 2 gaten van Ø 8mm aangegeven).
ATTENTIE! MAL EN BEVESTIGING IN HET KASTJE De onderste en achterste rand van de mal moet overeenkomen met de onderste en achterste rand van het kastje.
ATTENTIE! MAL EN BEVESTIGING AAN DE MUUR De onderste rand van de mal moet overeenkomen met de onderste rand van de wasemkap.
Alleen voor Uitvoeringen met muur bevestigingshaken: Maak de gaten en bevestig twee haken met schroeven en pluggen (J – Fig. 4.2).
Installeer de twee meegeleverde staven Y met twee schroeven en schijven, elk ervan aan de bovenkant van de kap (Fig. 4.2).
4 . Voer het kaplichaam in het kastje (Fig. 5), deze kan tijdelijk in de stand blijven:
a. in geval van bevestiging in het kastje, door middel van de zijveren D die in de blindgaten van Ø 5mm ingevoerd moeten worden (druk hiervoor de zijveren naar de binnenkant van het kaplichaam met behulp van een schroevedraaier).
b. in geval van bevestiging aan de muur, door middel van de haken en de staven (de staven zijn voorzien van regelschroeven voor de plaatsing)
ATTENTIE!
Controleer of de stroomkabel en de rookafvoer gemakkelijk bereikbaar zijn om latere aansluitingen te kunnen uitvoeren (en voor de technische- en onderhoudsingrepen)
5 . Controleer of de geleiders G (Fig.7) parallel liggen ten opzichte van de onderste rand van het kastje, maak vervolgens, ALLEEN voor de bevestiging in het kastje, definitief het kaplichaam aan de zijkanten van het kastje met 4 schroeven vast (E – Fig. 6 – twee voor iedere zijde). De schroeven moeten vanuit de binnenzijde van het kaplichaam in het kastje ingevoerd worden, in overeenstemming met de 4 van te voren gemaakte blindgaten van Ø 2mm (zie handeling 3).
6 . Schuif de lade op de geleiders G van de staven maak dan de elektrische verbindingen van de lade aan het kaplichaam (fig. 7).