NL
Slaap modus |
|
|
1. Druk op de modus toets | totdat het | |
symbool verschijnt. | ||
2.Stel de gewenste temperatuur in.
3.Druk op de 
, dit symbool verschijnt in de display. Annuleren van de slaap modus door weer op deze toets te drukken.
4.In
Auto-modus
1.Druk op de modus toets 
totdat het 
verschijnt.
2.Het verschil tussen ingestelde temperatuur en kamertemperatuur bepaalt de werking: koelen, verwarmen, ventilatormodus of drogen. De omhoog en omlaag toetsen werken niet.
3.Stel met de ventilatortoets 
de ventilatorsnelheid in.
Tijdklok-uit functie
1.Druk op de modus toets 
totdat het symbool verschijnt van de door u gewenste werking.
2.Stel de gewenste temperatuur in.
3.Stel met de ventilatortoets 
de ventilatorsnelheid in.
4.Druk op de 
om de tijd in te stellen. Gebruik de omhoog toets voor de uren en de omlaag toets voor de minuten. Als de zo ingestelde tijd is verstreken gaat het apparaat uit. Om de
voordat de ingestelde tijd is verstreken nogmaals op de 
drukken.
Tijdklok-aan functie
1.Het apparaat is uitgeschakeld.
2.Druk op de 
om de tijd in te stellen. Gebruik de omhoog toets voor de uren en de omlaag toets voor de minuten.
Stel de gewenste werking, temperatuur, ventilatorsnelheid enz. in. Als de ingestelde tijd is verstreken gaat het apparaat aan. Om de 
drukken.
Turbo |
|
|
1. Druk op de modus toets | totdat het ventilatorsymbool | verschijnt. |
2.Stel de gewenste temperatuur in.
3.Stel met de ventilatortoets 
de ventilatorsnelheid in.
4.Druk op de 
. Gedurende 15 minuten draaien ventilator en compressor op de hoogste snelheid, daarna weer op eerder ingestelde snelheden.
6
