GEBRUIKERSHANDLEIDING
DE SPANNING VAN DE KETTING BIJ- STELLEN
Vervolg
1.Zorg vóór het aanspannen van de ket- ting dat de moeren waarmee de ketting- geleider vastzit, slechts met de hand zijn aangedraaid (zie Figuur 3, pagina 8). Zorg tevens dat het stelblokje in het ovale bijstelgat van de kettinggeleider zit (zie Figuur 3 en 4, pagina 8).
2.Draai de stelschroef naar rechts (met de klok mee) tot de ketting gespannen is (zie Figuur 5).
Let op: Er mag geen speling zijn tus- sen de schakels van de ketting en de onderkant van de kettinggeleider (zie Figuur 6).
3.Beweeg de ketting met de hand heen en weer (zorg dat u handschoenen draagt). De ketting moet zonder pro- blemen heen en weer bewogen kunnen worden. Als de ketting niet vrij heen en weer kan bewegen, dient u de stel- schroef iets los te draaien (linksom).
4.Draai als de spanning eenmaal correct is, de moeren van de kettinggeleider vast aan. Als u dit niet doet, zal de kettinggeleider verschuiven waardoor de ketting los komt te zitten. Dit ver- hoogt het risiko van terugslag en kan de zaag beschadigen. Let op: Nieuwe kettingen rekken in het begin uit. Con- troleer een nieuwe ketting na de eerste paar minuten van gebruik. Laat de ket- ting afkoelen. Span de ketting aan.
Figuur 5 - De stelschroef draaien
Moeren van de kettinggeleider
Ketting- geleider
Ketting- geleider
Correcte
Speling spanning
Losse ketting
Figuur 6 - De ketting aanspannen
DE KETTINGZAAG BEDIENEN
WAARSCHUWING: Lees deze gebruikershandleiding alvorens de kettingzaag te gebruiken en zorg dat u hem begrijpt. Lees alle Waarschuwingen op pagina 3, 4, en 5, en zorg dat u ze begrijpt. Verkeerd gebruik van deze kettingzaag kan tot ernstige of fatale gevolgen leiden als gevolg van brand, een elektrische schok, het aanraken van de draaiende ketting of vallende takken.
VERLENGSNOEREN
De kettingzaag mag uitsluitend met een deugdelijk verlengsnoer gebruikt worden. Gebruik een HO7RN verlengsnoer van mi- nimaal 1,5 mm2 voor afstanden onder 30 m. Het verdient aanbeveling om een geaard verlengsnoer te gebruiken.
Gebruik een verlengsnoer dat voldoende vermogen heeft voor de stroom die de zaag nodig heeft. Een snoer dat onvoldoende vermogen heeft, veroorzaakt een spannings- afname in de kettingzaag wat leidt tot vermogensverlies en oververhitting.
Houd het verlengsnoer uit de buurt van het hout dat u wilt zagen. Zorg dat het snoer tijdens het zagen niet blijft hangen achter takken of stammen. Controleer het snoer regelmatig. Beschadigde verlengsnoeren moeten vervangen worden.
Het komt voor dat tijdens het zagen het net- snoer van het verlengsnoer losraakt. Leg om dit te voorkomen een knoop in beide snoeren zoals hieronder in Figuur 7 aangegeven.
Verlengsnoer | Netsnoer van | |
de kettingzaag | ||
|
Figuur 7 - Een knoop leggen in het netsnoer en het verlengsnoer
DE KETTING OLIEN
Controleer steeds het oliepeil vooraleer de zaag te gebruiken. Om de ketting te smeren drukt u het smeerknopje op de oliedop in. Het smeermechanisme niet pogen te bedie- nen terwijl u zaagt. Olie zal worden aange- bracht op de ketting en het zwaard. Druk minstens eenmaal het smeerknopje op de oliedop in vooraleer met een snede te begin- nen. Controleer vaak het oliepeil door te kijken in de oliepeilcontroleopening. De oliepeilcontroleopening bevindt zich aan de linkerzijde van de zaag, tussen de hand- greep en de handbescherming vooraan.
Figuur 8 - Het Smeerknopje op de Oliedop indrukken om de Ketting te smeren
wordt vervolgd
102891 | 9 |