Het apparaat configureren
Sonaralarmen instellen
Om een sonaralarm in te stellen, selecteert u in het startscherm Configureer > Alarmen > Sonar.
Ondiep water/diep water: hiermee stelt u een alarm in voor als de diepte kleiner of groter is dan de opgegeven waarde.
Watertemp.: hiermee stelt u een alarm in voor als de transducer een temperatuur doorgeeft die (1,1° C) hoger of lager is dan de opgegeven temperatuur.
Vis: hiermee stelt u een alarm in voor als het apparaat een zwevend doel met de opgegeven symbolen detecteert.
Opmerking: er moet een transducer zijn aangesloten. Als uw apparaat niet over een ingebouwde pijler beschikt, moet een GSD 21 of GSD 22 peilmodule installeren om sonargegevens te kunnen ontvangen.
Weeralarmen instellen
Om een weeralarm in te stellen, selecteert u in het startscherm
Configureer > Alarmen > Weeralarmen.
Opmerking: om weersinformatie te kunnen ontvangen, moet u geabonneerd zijn op XM WX Weather en moet de optionele GXM
Mijn boot configureren
Om de instellingen voor uw boot te configureren, selecteert u in het startscherm Configureer > Mijn boot.
Automatische begeleiding: hiermee stelt u de parameters voor de automatische begeleiding van uw boot in.
•Veilige diepte: hiermee stelt u de minimale diepte in (gebaseerd op de diepte onder de kaartdatum) voor het berekenen van de route voor de automatische begeleiding.
•Veilige hoogte: hiermee stelt u de minimale hoogte in (gebaseerd op de hoogte boven de kaartdatum) van bruggen waar uw boot nog veilig onderdoor kan varen.
De kiel-offset instellen:
1.Selecteer in het startscherm Configureer > Mijn boot >
2.Gebruik de tuimelknop om de waarde van de
3.Druk op SELECT als u het getal wilt bevestigen.
Opmerking: druk op MENU als u uw wijzigingen wilt annuleren en wilt teruggaan naar het menu Mijn boot.
32 | Gebruikershandleiding GPSMAP® |