Alarmen instellen

U kunt op het apparaat geluidsalarmen instellen voor als zich bepaalde situaties voordoen. Standaard zijn alle alarmen uitgeschakeld.

Een alarm instellen:

1.Selecteer in het startscherm Configureer > Alarmen.

2.Selecteer een alarmcategorie (Navigatie, Systeem, Sonar of Weeralarmen).

3.Selecteer een alarm.

4.Selecteer Aan om het alarm in te schakelen en gebruik vervolgens de tuimelknop om het alarm nader te specificeren.

Druk de

tuimelschakelaar

naar boven of

naar beneden om te verhogen of te verlagen.

Druk de

tuimelschakelaar naar links of naar rechts om van veld te wisselen.

Het apparaat configureren

Navigatiealarmen instellen

Om een navigatiealarm in te stellen, selecteert u in het startscherm Configureer > Alarmen > Navigatie.

Krabbend anker: hiermee stelt u een alarm in voor als de boot afdrijft en daarbij een opgegeven afstand overschrijdt.

Aankomst: hiermee stelt u een alarm in voor als u zich binnen een opgegeven afstand van een waypoint bevindt of binnen een opgegeven tijdsduur een waypoint zult bereiken.

Buiten koers: hiermee stelt u een alarm in voor als de boot van de koers afwijkt en daarbij een opgegeven afstand overschrijdt.

Systeemalarmen instellen

Om een systeemalarm in te stellen, selecteert u in het startscherm Configureer > Alarmen > Systeem.

Klok: hiermee stelt u een alarm in met behulp van de systeemklok. Voor gebruik van het klokalarm moet het apparaat zijn ingeschakeld.

Accu: hiermee stelt u een alarm in voor als de accuspanning zakt tot een opgegeven spanning.

GPS nauwkeurigheid: hiermee stelt u een alarm in voor als de nauwkeurigheid van de GPS niet langer aan de door u opgegeven waarde voldoet.

Gebruikershandleiding GPSMAP® 500-serie

31