
Het apparaat installeren
6.Markeer de locatie. Boor met een 3‑mm boor een gat van ongeveer 10 mm diep.
7.Zet de kabelklem vast met een 4x12‑mm schroefje. Smeer het schroefje in met watervaste kit voordat u het vastzet. Herhaal de stappen 5 en 6 voor de andere kabelklem.
8.Leg de transducerkabel naar het apparaat. KNIP DE KABEL NIET AF. Leg de kabel niet langs elektrische bedrading of andere bronnen van elektrische interferentie.
Boor hier de voorboorgaten. |
|
Waterpas | Verticaal |
van de spiegel. De | |
Uitlijnen met onderkant |
|
transducer moet 3 |
|
mmuitsteken onder een fiberglas romp
of 10 mm onder een
aluminium romp.
Parallel aan de waterlijn houden.
OK
Installatie binnen de romp
Als u geen gat wilt boren om een “door de
Sommige transducers zijn specifiek ontworpen voor montage aan de binnenzijde van een fiberglas romp. De standaardtransducer met plastic spiegelbevestiging kan ook op deze manier worden bevestigd. Bij gebruik van een transducer met temperatuurmeting wordt de temperatuur van de romp aangegeven.
Opmerking: bij gebruik van een 500 W transducer mag een boeg van massief fiberglas niet dikker zijn dan 9,53 mm, en bij gebruik van een 1 kW transducer niet dikker dan 25,4 mm.
46 | Gebruikershandleiding GPSMAP® |