Alarmen en berichten
Het apparaat maakt gebruik van meldingen die op het scherm verschijnen wanneer zich bepaalde situaties voordoen. Als een melding verschijnt, drukt u op MENU om de melding te bevestigen.
Nauwkeurigheidsalarm: de
AIS: gevaarlijk doel: geeft de MMSI (Maritime Mobile Service Identity) van het gevaarlijke doel weer.
Alarmklok: de alarmklok is afgegaan.
Krabbend anker alarm: u bent afgedreven tot buiten de opgegeven afstand.
Aankomst op [naam waypoint]: u hebt uw
Accu alarm: de accuspanning is gezakt onder het niveau dat voor dit alarm is ingesteld.
Accuspanning is te hoog: de ingangsspanning is te hoog; het apparaat zal binnen 10 seconden worden uitgeschakeld. Verlaag de ingangsspanning naar
35 Volt of minder.
Appendix
Boot vaart te langzaam voor kalibratie: de boot vaart zo langzaam dat het snelheidswieltje geen geldige snelheid meet.
Kan kaart gebruiker niet lezen: fout bij het lezen van de kaart; verwijder de kaart en plaats deze opnieuw. Neem contact op met uw dealer of met Garmin Product Support als het probleem zich blijft voordoen.
Opgegeven spanning te hoog; verlaagd tot max. spanning: de opgegeven spanning voor het
Opgegeven spanning te laag; verhoogd tot min. spanning: de opgegeven spanning voor het
Kan kaarten niet ontgrendelen: de informatie op de gegevenskaart is niet ontgrendeld voor het apparaat. Neem contact op met uw dealer of met Garmin Product Support.
Kan niet naar kaart gebruiker schrijven, kaart is mogelijk vol: fout bij het lezen van de kaart; verwijder de kaart en plaats deze opnieuw. Neem contact op met uw dealer of met Garmin Product Support als het probleem zich blijft voordoen.
Kan niet naar kaart gebruiker schrijven, kaart is
Controleer
Gebruikershandleiding GPSMAP® | 55 |