Stap 5: de installatie testen

Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, houdt u de aan/uit-knop ingedrukt totdat het apparaat piept en wordt ingeschakeld. Gebruik de tuimelknop en de SELECT-knop en volg de aanwijzigen op het scherm om het apparaat te configureren.

Opmerking: hoewel een aantal tests kunnen worden uitgevoerd met de boot op de trailer, moet de boot in het water liggen voor een volledige test van de installatie.

Het apparaat�������� voor���� het��� eerst����� configureren:�������������

1.Selecteer de Taal.

2.Selecteer de aangesloten NMEA-apparaten.

3.Selecteer (indien van toepassing) het type Transducer.

4.Selecteer het Positieformat (de standaard indeling is hddd°mm.mmm').

5.Selecteer de Tijdweergave (de standaard indeling is 12 uur).

6.Selecteer uw Tijdzone.

7.Selecteer de gewenste Eenheden.

8.Selecteer een Minimale diepte.

9.Selecteer de Hoogte boven waterlijn van uw boot.

Het startscherm verschijnt (zie pagina 6) nadat u de configuratie-opties hebt geselecteerd.

Opmerking: u kunt deze opties in de toekomst in het configuratiescherm aanpassen.

Het apparaat installeren

Omdat er water nodig is om het sonarsignaal door te geven, werkt de transducer alleen onder water. U kunt geen diepte- of afstandsmeting krijgen als de transducer uit het water is.

Bij de tewaterlating van de boot moet u controleren of er geen lekken zijn ontstaan bij de schroefgaatjes onder de waterlijn. Laat uw boot NIET langdurig in het water liggen zonder deze op lekken te controleren.

Gebruikershandleiding GPSMAP® 500-serie

51