Een locatie selecteren voor installatie binnen de romp

Voor het installeren van een transducer moet de locatie aan de volgende eisen voldoen:

Massief fiberglas, zonder luchtbellen, laminaat, vulmateriaal of ingesloten lucht.

Op een plek met bij elke snelheid gelijkmatig stromend (niet- turbulent) water.

De locatie mag zich niet bevinden bij strips of achter obstakels op de romp die turbulentie veroorzaken.

Opmerking: veel moderne rompen hebben een speciale voorziening voor installatie van een transducer binnen de romp. Neem contact op met de fabrikant van de romp als u niet weet of uw boot hierover beschikt.

De locatie testen:

1.Om de locatie te testen gebruikt u een stuk pvc-pijp of een blik, zoals in de volgende illustratie.

2.Kit de constructie tijdelijk vast op de romp en vul de pijp met water of lichte minerale olie.

3.Plaats de transducer met de sonar naar beneden in het water of de olie en houd hem op zijn plaats. Stel de eenheid in op optimale werking. Als de sonar slecht werkt, moet u een andere locatie testen.

Het apparaat installeren

Verzwaar de transducer om PVC-pijp of deze op zijn plaats te houden.

een blik

Afdichtstrip

Vul een pijp of een blik

met water of met lichte

of kit

minerale olie.

Rompoppervlak

De locatie testen

De transducer permanent installeren:

1.Ruw het oppervlak van de romp en de transducer op met nat of droog schuurpapier korrel 400.

2.Gebruik kitstrip om een dammetje te maken van ca. 6 mm hoog. Giet ongeveer 3 mm traag uithardende tweecomponenten epoxyhars in het kuiltje.

3.Druk de transducer langzaam in de epoxyhars met een draaiende beweging om luchtbelletjes te voorkomen.

4.Zet de transducer vast met een gewichtje of met tape en laat het geheel minstens 24 uur uitharden.

Gebruikershandleiding GPSMAP® 500-serie