8. Belichtingscorrectie

De belichtingsautomatieken zijn ingesteld op een reflectie door het onderwerp van 25% ( gemiddelde reflectie van onderwerpen voor flitsfoto’s ). Een donkere achtergrond die veel licht absorbeert en een lichte achtergrond die sterk reflecteert ( bijv. tegen- lichtopnamen ), kunnen over-, c.q. onderbelichting tot gevolg hebben.

Belichtingscorrectie bij automatisch flitsen

Om bovengenoemd effect te compenseren, kan de belichting, door het verder openen of verder sluiten van het cameradiafragma, worden gecorrigeerd. Bij een overwegend lichte achtergrond onderbreekt de sensor van de flitser de lichtafgifte te vroeg en het

xeigenlijk te fotograferen onderwerp wordt te donker. Bij een donkere achtergrond wordt de lichtafgifte te

laat onderbroken en wordt het onderwerp te licht.

lichte achtergrond:

cameradiafragma 1/2 tot 1 waarde verder opene

( bijv. van 5,6 naar 4 )

donkere achtergrond

cameradiafragma 1/2 tot 1 waarde verder dichtdoen

( bijv. van 8 naar 11 )

74

Page 74
Image 74
Metz 28 C-2 operating instructions Belichtingscorrectie bij automatisch flitsen