Dutch

5.2.2Het richten van de schotelantenne

Wij adviseren u om de schotel te laten installeren door een installateur met de juiste meetapparatuur.

1Ga terug naar het scherm SIGNAALSTERKTE (druk op B).

2Kies de VOEDINGSSPANNING LNB met behulp van de pijltjestoetsen §¨.

JA als u een schotelantenne heeft.

NEE als u meerdere schotelantennes op uw decoder heeft aangesloten.

Neem in dit geval contact op met uw installateur.

3Richt de antenne op 19,2° Oost, de ASTRA satellietpositie.

4In het scherm staat een ontvangstindicator die de kwaliteit en de sterkte van de ontvangst aangeeft.

De lengte van de balk geeft de sterkte aan, de kleuren geven de kwaliteit aan.

Richt de schotel zo goed mogelijk uit: de balk moet zo ver mogelijk uitslaan.

Als de signaalkwaliteit groen is en dicht bij de 3 komt, is de signaalsterkte acceptabel. U kunt de schotel op deze positie vastzetten.

Als de signaalkwaliteit oranje is kunt u de richting van de schotel veranderen om een betere werking te krijgen.

Als de signaalkwaliteit rood is, heeft u een slecht signaal. Het signaal kan slecht zijn doordat:

-De schotel niet goed gericht staat.

-De verbinding tussen de schotel en de decoder via de coaxkabel niet in orde is.

Raadpleeg in dat geval uw installateur.

Wanneer de ontvangstindicator groen is en in de buurt van 3 komt, is de decoder klaar om de kanalen in het geheugen op te nemen.

14INSTALLEREN VAN DE S ATELLIETONTVANGER

Page 16
Image 16
Porter-Cable DSR2210 manual Het richten van de schotelantenne