56
STORINGEN VERHELPEN
SYMPTOOM
Geen beeld.
Geen geluid.
Het beeld bij weergeven is slecht.
Op het scherm van de tv verschijnt de
melding “ ”.
Weergeven wordt niet gestart.
De bediening of het display is niet
normaal.
De afstandsbediening werkt niet
goed.
MOGELIJKE OORZAAK
Geen disc aanwezig.
Een niet-afspeelbare disc in het apparaat.
De tv is niet ingesteld voor het ontvangen van
signalen van het apparaat.
Video niet aangesloten.
Audio niet aangesloten.
Een niet-afspeelbare disc in het apparaat.
De geselecteerde functie is niet beschikbaar op
deze disc.
Geen disc aanwezig.
Een niet-afspeelbare disc in het apparaat.
De disc is met het label naar beneden in het
apparaat geplaatst.
De disc is vuil.
“Parental (Kinderbeveiliging)” is ingeschakeld.
Het apparaat moet worden gereset.
De batterijen in de afstandsbediening zijn te zwak of
niet op de juiste manier geplaatst.
De afstandsbediening is niet gericht op het
sensorvenster.
REMEDIE
Plaats een disc.
Plaats een afspeelbare disc. (Controleer het logo op
de disc, het type, het kleurweergavesysteem en de
regiocode.)
Selecteer de juiste ingangfunctie op de TV.
Sluit de videokabel aan op de juiste aansluiting.
Sluit de audiokabel aan op de juiste aansluitingen.
Plaats een afspeelbare disc. (Controleer het logo op
de disc, het type, het kleurweergavesysteem en de
regiocode.)
De functie of opdracht kan nu niet worden uitgevoerd
omdat:
- de functie op dit moment niet beschikbaar is.
- de DVD-software dit niet toestaat.
- de DVD-software de functie niet ondersteunt (bijv.
camerastandpunten).
Plaats een disc.
Plaats een afspeelbare disc. (Controleer het logo op
de disc, het type, het kleurweergavesysteem en de
regiocode.)
Plaats de disc op de juiste manier op de lade.
Reinig of vervang de disc.
Schakel de vergrendelfunctie uit of verander de
maximale waardering. Herstel de waardering na
weergave.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Steek de stekker opnieuw in het stopcontact.
3. Probeer het apparaat opnieuw te gebruiken.
Controleer de polariteit van de batterij (+ of –).
Vervang de batterijen.
Richt de afstandsbediening op het sensorvenster.
Kijk in de kolom SYMPTOOM, links in onderstaande tabel, wanneer u de aanwijzingen heeft opgevolgd en problemen ondervindt bij de bediening van
het apparaat. Controleer vervolgens de MOGELIJKE OORZAAK en de bijbehorende REMEDIE en probeer op deze manier uw probleem te verhelpen.