GOPEN toets 5

HGP*1/ALBM*2 +/– toetsen*3

Groepen/albums overslaan (indrukken); groepen/albums blijven overslaan (ingedrukt houden).

ISEEK –/+ toetsen

CD:

Tracks overslaan (indrukken); tracks blijven overslaan (indrukken, vervolgens binnen 1 seconde nogmaals indrukken en vasthouden); een track snel terug-/ vooruitspoelen (ingedrukt houden).

Radio:

Automatisch afstemmen op zenders (indrukken); handmatig zoeken naar zenders (ingedrukt houden).

JUSB-aansluiting (Mini-B) 9

Sluit hierop de computer aan.

KSENS/BTM toets 10

Slechte ontvangst verbeteren: LOCAL/ MONO (indrukken); de BTM-functie starten (ingedrukt houden).

LSOURCE toets

Inschakelen; de bron wijzigen (GPL (GIGA PANEL)/Radio/CD/MD*4/AUX).

MMODE toets 10, 13

De radioband (FM/MW/LW) selecteren/het apparaat selecteren*5.

NAF (alternatieve frequenties)/TA (verkeersinformatie) toets 11

AF en TA/TP in RDS instellen.

OCijfertoetsen

CD/MD*4:

(3): REP 8

(4): SHUF 8

(5): BBE MP*6 3

Als u de functie BBE MP wilt activeren, stelt u "BBEMP-ON" in. Stel "BBEMP-OFF" in om de functie te annuleren.

(6): PAUSE*7

Afspelen onderbreken. Druk nogmaals op de toets om te annuleren.

Radio:

De opgeslagen zenders ontvangen (indrukken); zenders opslaan (ingedrukt houden).

PEQ3 (equalizer) toets 12

Een equalizertype selecteren (XPLOD,

VOCAL, EDGE, CRUISE, SPACE, GRAVITY, CUSTOM of OFF).

QDSPL (display) toets 8

De displayitems wijzigen.

RRESET toets 4

SZ (uitwerpen) toets 5

De disc uitwerpen.

TDiscsleuf 5

De disc plaatsen.

De volgende toetsen op de kaartafstandsbediening verschillen van de toetsen op het apparaat of hebben andere functies dan de toetsen op het apparaat.

wa < (.)/, (>) toetsen

CD/radio bedienen, heeft dezelfde functie als (SEEK) –/+ op het apparaat.

ws VOL (volume) +/– toets Het volume aanpassen.

wd ATT (dempen) toets

Het geluid dempen. Druk nogmaals op de toets om te annuleren.

wf SEL (selecteren) toets

Heeft dezelfde functie als de selectietoets op het apparaat.

wg M (+)/m (–) toetsen

CD bedienen, heeft dezelfde functies als (GP/ALBM) +/– op het apparaat.

wh SCRL (scroll) toets 8

Het displayitem rollen.

wj Cijfertoetsen

De opgeslagen zenders ontvangen (indrukken); zenders opslaan (ingedrukt houden).

*1 Bij het afspelen van een ATRAC CD.

*2 Bij het afspelen van een MP3-/WMA-bestand. *3 Als de wisselaar is aangesloten, is de werking anders. Zie pagina 14 voor meer informatie.

*4 Als een MD-wisselaar is aangesloten.

*5 Als een CD/MD-wisselaar is aangesloten.

*6 Alleen wanneer een CD op dit apparaat wordt afgespeeld.

*7 Wanneer met dit apparaat wordt afgespeeld.

Opmerking

Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het display verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met de kaartafstandsbediening, tenzij op (SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt of er een disc wordt geplaatst om het apparaat eerst te activeren.

Tip

Zie "De lithiumbatterij van de kaartafstandsbediening vervangen" op pagina 17 voor meer informatie over het vervangen van de batterij.

7