Richtwaarden voor het koken met het fornuis

De gegevens in de volgende tabellen zijn richtwaarden. Welke schakelaarstand voor kookprocessen nodig is, hangt af van de kwaliteit van de pannen en van de levensmiddelen (soort en hoeveelheid) die u gebruikt.

Schakelaar-

Aankooktijd

Gaarkookfase

Voorbeelden van de toepassing

stand

van de

 

 

 

automaat1)

 

 

 

[min.]

 

 

 

 

 

 

 

 

Aankoken

Aankoken van grote hoeveelheden

 

 

Aanbraden

vocht,

 

 

Frituren

pasta koken,

 

 

 

aanbraden van vlees,

 

 

 

(hachee aanbraden, gestoofd vlees)

 

 

 

 

 

4,5

Sterk braden

Biefstukken, lendestukken,

 

 

 

rijfkoek,

 

 

 

 

3,5

 

braadworsten,

 

 

pannekoeken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebraad

Schnitzels/karbonades,

 

2,0

 

lever, vis,

 

 

 

gehaktballen, spiegeleieren

 

 

 

 

 

10,2

Koken

Koken tot 1,5 l vocht,

 

 

 

 

 

 

aardappelen, groente

 

6,5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4,8

Smoren

Smoren en stoven van

 

 

Stoven

kleine hoeveelheden groente,

 

 

 

1,7

Wellen

wellen van rijst en

 

 

melkgerechten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Smelten

Boter smelten,

 

1,0

 

gelatine oplossen,

 

 

 

chocolade smelten

 

 

 

 

 

0,5

Warm houden

Spijzen warm houden

 

 

 

 

1)Bij het koken zonder automaat kunt u de aankooktijd voor elke situatie apart kiezen.

Wij raden u aan, de schakelaar bij het aankoken of aanbraden in de aankookstand „ “ te zetten en spijzen met een langere gaarkooktijd vervolgens in de desbetreffende gaarkookstand gaar te laten worden.

102