NEDERLAND
A
BESCRIJVING (begint op pagina 35)
1 | Bovenste handgreep | 7 | Maaidek | 14 | Veiligheidshendel |
2 | Onderste handgreep | 8 | Afstelhendels snijhoogte | 15 | Complete reductor |
3 | Schroef, moer bevestiging bovenste handgreep | 9 | Bougie | 16 | Bedieningspaneel |
4 | Graszak | 10 | Tankdop | 17 | Contactsleutel |
5 | Olievuldop | 11 | Starterhandgreep | 18 | Koppelingshendel |
6 | 12 | Deflector | 19 | Verrijkingspompje | |
|
| 13 | Gashendel |
|
|
B
C
D
AANBRENGEN VAN DE ZAK (begint op pagina 35)
AANBRENGEN DEFLECTOR (begint op pagina 35)
AANBRENGEN (begint op pagina 36) | Zelfrijdende grasmaaimachine met elektrische start. |
Verwijder de uiteinden van de handvatten, bevestig de kabels zoals getoond is en plaats de uiteinden van de handvatten weer.
E
F
G
H
PLAATSEN VAN DE MULCHING-DOP (begint op pagina 37)
Doe, om het gras te maaien met het
AFSTELLEN VAN DE SNIJHOOGTE (begint op pagina 37)
VOORBEREIDING BESCHERMSTUKKEN (begint op pagina 37)
lWerk altijd met geplaatste grasbak of beschermkap.
lVoor het verwijderen van de grasbak en het afstellen van de snijhoogte altijd de motor stopzetten.
lBij lopende motor nooit met handen of voeten onder de rand of in de
(begint op pagina 37)
Voor het maaien dienen vreemde voorwerpen van het terrein verwijderd te worden. Tijdens het maaien letten op eventueel op het gazon achtergebleven vreemde voorwerpen delen.De gebruiker is binnen zijn werkzone verantwoordelijk voor derden.
Tijdens het werken of het starten van de motor de maaimachine niet opheffen. Indien nodig kan de machine wel zodanig schuin gehouden worden dat de snijkant zich altijd weg van de gebruiker bevindt.
I
J
K
(begint op pagina 37)
Bij lopende motor in géén geval met handen of voeten onder de rand of in de
WERKEN MET DE MAAIMACHINE (begint op pagina 37)
VOORBEREIDING VAN DE MOTORVoor de voorbereiding van de motor het instructiehandboek van de motorfabrikant raadplegen.
LET OP: Voor het gebruik olie aan de motor toevoegen (0.6l ).
(begint op pagina 37)
STARTEN VAN DE MOTORNa de voorbereiding kan de motor op de volgende manier gestart worden:
a)Voor motoren metbij koude motor, de gashendel (13) op de START zetten
b)Het remhandvat (14) indrukken om de motor te kunnen starten, houd de hendel tegen het handvat aangedrukt bij het starten en tijdens het gebruik van de machine
– laat de rem van de motor werken.
c)voor motoren metde primerknop op de carburateur (19) 3 of 4 keer indrukken;de gashendel (13) op MAX zetten. Voor nadere aanwijzingen is het raadzaam het instructieboekje van de motor te raadplegen.
L
(begint op pagina 37)
d) Motor starten:
HANDMATIG STARTEN: (De stophendel van de motor vasthoudend (14)).
lgrijp de starterhandgreep (11) vast en trek langzaam aan het koord tot er compressie ontstaat. Laat de starterhandgreep los en trek vervolgens met een snelle krachtige beweging.
13