Verbinden van een subwoofer met eigen vermogencircuit

Van subwoofer met stroomcircuit (niet bijgeleverd)

De aangesloten subwoofer kan de lage tonen van de linker- en rechtervoorkanalen reproduceren, maar kan echter niet de LFE-signalen van multikanaal-gecodeerde software weergeven.

Controleer dat de subwoofer met eigen stroomcircuit is uitgeschakeld alvorens de stekker van het systeem in een stopcontact te steken.

@TV/monitor

Verbind het component-snoer of SCART-snoer.

Groen

Rood

Blauw Component-videosnoer (niet bijgeleverd)

Met deze verbinding kunt u de progressieve aftastfunctie gebruiken. Gebruik de VIDEO OUT (COMPONENT) aansluitingen indien u de progressieve (PROGRE) aftastfunctie (zie bladzijde 16) kiest.

SCART-snoer (niet bijgeleverd)

• Via deze verbinding wordt uitsluitend het videosignaal (composiet, Y/C of RGB) en audiosignaal van de TV verstuurd. Voor het luisteren naar het geluid van de TV, zie bladzijde 10.

Na het aansluiten van een TV moet u in overeenstemming met de gebruikte aansluitmethode de juiste videosignaaluitgang kiezen. Zie “Veranderen van de aftastfunctie” op bladzijde 16.

Aansluiten van USB-opslagapparatuur

Op het voorpaneel

USB-kabel (niet bijgeleverd)

Indien u een verbinding met een USB-kabel maakt, moet u een USB 2.0-kabel die korter dan 1 meter is gebruiken.

U kunt USB-opslagapparatuur met dit systeem verbinden, bijvoorbeeld USB flash-geheugen, een extra harde schijf, multimedia kaartlezer, etc.

U kunt geen computer met de USB MEMORY REC/

PLAY () aansluiting van dit systeem verbinden.

U kunt geen JVC Everio camcorder met de USB

MEMORY REC/PLAY () aansluiting van dit systeem verbinden.

De weergave van de USB-opslagapparatuur wordt mogelijk af en toe onderbroken door ruis en statische elektriciteit. Ontkoppel in dat geval de USB- opslagapparatuur even, schakel het systeem even uit en verbindt de USB-opslagapparatuur weer.

Indien u een digitale audiospeler verbindt

Op het voorpaneel

Stereo-ministekker (niet bijgeleverd)

Van de audio-uitgang

(of hoofdtelefoon-uitgang, etc.)

Alvorens gebruik van de afstandsbediening

Plaats de batterij met de (+ en –) polen in de juiste richting in de afstandsbediening.

Als de afstandsbediening minder goed begint te functioneren, vervangt u beide batterijen.

Let op

Stel batterijen niet aan hitte onderhevig van bijvoorbeeld het directe zonlicht, een vuur of dergelijke hittebron.

Bij gebruik van de afstandsbediening

Richt de voorkant van de afstandsbediening zo recht als mogelijk naar de afstandsbedieningssensor. Het bereik (ongeveer 5 meter) is mogelijk kleiner indien u de afstandsbediening scheef houdt.

Nederlands

6