45
- Maak regelmatig de mulchinzet, binnenkant van de
behuizing en het maaimes schoon.
WAARSCHUWING: Alleen met een
uitgeschakelde motor en stilstaand maaimes.
1. Til de zijklep op om het zijuitworpkanaal te verwijderen
(zie afb.7A en afb. 7B).
- Door veerkracht gaat de zijklep automatisch
omlaag en zodat de zijuitwerpopening in het
maaidek wordt afgesloten.
- Verwijder regelmatig grasresten en aangekoekt vuil
vanaf de zijklep en vanuit de zijuitwerpopening.
10.BEDIENINGSINSTRUCTIES10-1 VOOR DE MOTOR TE STARTEN
Vul de brandstoftank en olietank bij zoals aangegeven in
de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor, die bij de
grasmaaier is geleverd. Lees de gebruiksaanwijzingen
zorgvuldig.
WAARSCHUWING: Benzine is bijzonder
brandbaar.
Bewaar brandstof in speciaal daarvoor bestemde
jerrycans.
Vul brandstof alleen bij in de open lucht en voordat de
motor wordt gestart, en rook niet tijdens het bijvullen of
hanteren van brandstof.
Verwijder nooit de brandstofvuldop en vul nooit benzine
bij terwijl de motor draait of wanneer de motor warm is.
Als brandstof is gemorst, mag u niet proberen de motor te
starten, maar moet de grasmaaier worden verwijderd van
de plaats waar de brandstof is gemorst, en mag de motor
niet worden gestart voordat de brandstof verdampt is.
Plaats de doppen stevig terug op de brandstoftank en
jerrycan.
Voordat u de grasmaaier kantelt voor onderhoud van het
maaimes of voor aftappen van de olie, moet u de
brandstoftank volledig leegmaken.
WAARSCHUWING: In geen geval mag u
brandstof bijvullen in een gebouw, terwijl de motor draait
of als het afkoelen van de motor na draaien korter heeft
geduurd dan 15 minuten.
10-2 DE MOTOR STARTEN EN HET
MAAIMES INSCHAKELEN
1. Bij deze grasmaaier zit het uiteinde van de bougie een
rubberen mof. Zorg ervoor dat de metalen huls aan
het uiteinde van de bougiekabel (binnenin de
rubberen mof) goed vastzit op de metalen elektrode
van de bougie.
2.1. Voor PLM5121:
Bij het starten van een koude of warme motor, moet
u de gas-chokehendel ergens tussen de stand “ ”
en de stand “ ” zetten. Tijdens gebruik moet de
gas-chokehendel in de stand “ ” staan (zie
afb.8B).
2.2. Voor PLM5120:
Bij het starten van een koude motor, moet u de
brandstofhandpomp 3 tot 5 keer indrukken voordat u
de motor start, en zet daarbij de gas-chokehendel in
de stand “ ”.
Bij het starten van een warme motor, moet u de gas-
chokehendel in de stand “ ” zetten (zie afb.8A
en afb.8B).
3. U gaat achter het gereedschap staan, pakt de
remhendel vast en houdt deze tegen de bovenste
handgreep, zoals afgebeeld in zie afb. 8C.
4. Pak de trekstarthandgreep vast, zoals afgebeeld in zie
afb. 8C, en trek deze snel naar u toe. Plaats de
handgreep na het starten van de motor rustig terug
tegen de koordgeleider.
Als u de remhendel loslaat, slaat de motor af en stopt
het maaimes vanzelf (zie afb.8D).
Start de motor zorgvuldig zoals aangegeven in de
gebruiksaanwijzing en blijf met uw voeten steeds op
voldoende afstand van het maaimes.
Tijdens het starten van de motor mag de
grasmaaier niet worden gekanteld. Start de grasmaaier
op een vlakke ondergrond zonder hoog gras of obstakels.
Houd uw handen en voeten uit de buurt van
draaiende delen. Start de motor niet als u voor de
uitwerpopening staat.
10-3 TIJDENS HET GEBRUIK
Houd tijdens het gebruik de remhendel met beide handen
stevig vast.
OPMERKING: Als u tijdens het gebruik de
remhendel loslaat, zal de motor afslaan waardoor de
grasmaaier stopt.
10-4 DE MOTOR STOPPEN
LET OP: Het maaimes draait na het uitschakelen
van de motor nog enkele seconden door.
1. Als u de remhendel loslaat, slaat de motor af en stopt
het maaimes vanzelf.
2. Maak de bougiekabel los en aard deze zoals
aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor de
motor om per ongeluk starten te voorkomen als de
grasmaaier onbeheerd achtergelaten wordt.
10-5 ZELFAANDRIJVING
Voor PLM5121
Duw de aandrijfhendel tegen de bovenste handgreep, de
grasmaaier begint automatisch naar voren te rijden met
ongeveer 3,6 km/h (zie afb. 9). Laat de aandrijfhendel los
en de grasmaaier stopt met rijden.
LET OP: Uw grasmaaier is bedoeld om normaal
tuingras te maaien met een maximale lengte van 250 mm.