55
ń
uitgevoerd en u blijft verder dezelfde
camera gebruiken, kies dan de „slaaf-
functie“(zie 5.2)
5.1 Leerfunctie
De „leerfunctie“ maakt het mogelijk,
de individuele, automatische aanpas-
sing van de slaafflitser op de flitstech-
niek van de cameraflitser aan te pas-
sen. Hierbij kunnen een of meer
meetflitsen, bijv. die voor verminde-
ring van het „rode ogen-effect“ van
de cameraflitser in acht worden geno-
men. Het ontsteken van de slaafflitser
vindt dan plaats op het moment van
de hoofdflits die de opname belicht.
Als de cameraflitser voor het auto-
matisch scherpstellen AF-meetflitsen
ontsteekt, laat het systeem de leer-
functie niet toe. Gebruik dan, indien
mogelijk, een andere camerafunctie
of schakel om naar met de hand
scherpstellen.
Aanpassen van de flitser
• Zet de flitser van de camera aan.
Indien nodig schakelt u de flits voo-
raf ter vermindering van het „rode
ogen-effect“ in.
• Stulp de infraroodklem over de in
de camera ingebouwde flitser als
deze als controllerflitser moet wer-
ken. Zwenk een eventueel externe
flitser zodanig, dat deze niet aan de
belichting kan bijdragen.
• Schakel de flitser via zijn hoofd-
schakelaar in.
• Houd op de flitser de toets
„AF/SELECT“ zo lang ingedrukt,
dat in het display de volgende mel-
ding verschijnt:
• Druk op de flitser op de toets
tot in het display verschijnt:
• Druk op de flitser op de toets .
In het display verschijnt nu de laatst
gebruikte instelling, bijv.:
SEL
SEL
SEL
OK
MODELLING
LIGHT
OFF ON
SEL
OK
SYSTEM
NIK REMOTE
Ch ALL Gr A
15MS-1 V1.0
SEL
SELECT
708 47 0018-A1 MB 15 MS-1 20.10.2008 11:52 Uhr Seite 55