NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING
DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL
CONTROLEREN EN AFSTELLEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
1.Controleer of de hoofdborstel de juiste hoogte van de vloer heeft. Ga hierbij als volgt te werk:
•Zet de machine op een vlakke ondergrond.
•Zet de machine stil en laat de hoofdborstel zakken en laat deze enkele seconden draaien.
•Zet de hoofdborstel stil en breng deze omhoog voordat u de machine verplaatst en uitschakelt.
•Controleer of de indruk (A, Afb. 3) van de hoofdborstel over de hele lengte
Alleen wanneer de indruk (A) afwijkt, moet u de hoogte |
|
van de hoofdborstel afstellen, zoals hieronder wordt |
|
beschreven. | P100216 |
2. Draai de hendel (A, Afb. 4), maar houd hierbij rekening met | |
het volgende: | Afbeelding 3 |
• U kunt de breedte van de indruk vergroten door de |
|
hendel linksom te draaien. |
|
• U kunt de breedte van de borstel verkleinen door de |
|
borstel omhoog te zetten met de hendel (73) en de |
|
knop rechtsom te draaien. |
|
OPMERKING |
|
Naast afstelling van de indruk op de grond kan de |
|
borstel ook met de knop worden afgesteld op basis |
|
van de slijtage van de haren. |
|
3. Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de |
|
hoofdborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft. | A |
4. Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan | |
worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende |
|
deel worden vervangen. |
|
OPMERKING | P100217 |
Als u de indruk (A, Afb. 3) niet juist kunt | Afbeelding 4 |
afstellen, wanneer de indruk van de borstel aan |
|
beide uiteinden verschillend is, vindt u in de |
|
werkplaatshandleiding de juiste afstellingsprocedure. |
|
20
FLOORTEC R 680 B |