
NL | 1. | Huidige, minimum, en maximum temperaturen en |
| ||
|
| relatieve vochtigheid. |
|
| |
| 2. | |
| 3. |
Het weerstation kan gegevens verzamelen van maximaal 10 sensoren.
geeft aan van welke sensor u de gegevens bekijkt.
verschijnt wanneer u binnengegevens bekijkt.
Het tijdstempel registreert datum en tijd van in het geheugen opgeslagen temperatuur- en vochtigheidsgegevens.
Om de meeteenheid van de temperatuur te selecteren:
Druk op UNIT (onderaan het basisstation) om °C / °F te selecteren.
NB Dit verandert de eenheid van alle temperatuurgegevens tegelijkertijd.
Om de
1.Druk SELECT om naar het Temperatuur- of
Vochtigheidsvak te gaan. | verschijnt naast het vak. |
2.Draai de schijf naar links of rechts om het kanaal te kiezen.
Om maximum- en minimumtemperatuur of – vochtigheid te bekijken:
1.In het Temperatuur- of Vochtigheidsvak, drukt u herhaaldelijk op MODE om door de gegevens te
zoeken van:
•Huidige temperatuur
•
•Windkoelte
•Dauwpunt
•Vochtigheid
2. Voor elk van de bovenstaande gegevens, drukt u herhaaldelijk op MEMORY / AAN/UIT om te kiezen tussen:
•Huidige / MAX / MIN temperatuur
•Huidige / MAX
•Huidige / MIN windkoelte
•Huidige / MAX / MIN dauwpunt
•Huidige / MAX / MIN vochtigheid
Het bijbehorende tijdstempel wordt in het Klokvak weergegeven.
Om de geheugens en tijdstempels voor temperatuur,
In het Temperatuur- of Vochtigheidsvak, houdt u MEMORY / AAN/UIT ingedrukt om de gegevens te wissen.
14