5Als u nog een code voor een ander apparaat wilt invoeren, herhaalt u de stappen 3 en 4.

6Druk op de COMMANDER OFF toets.

COMMANDER

OFF

Opmerkingen

• Als u een codenummer invoert dat niet

voorkomt in de bijgeleverde lijst met

“Component-codenummers”, laat de

afstandsbediening na indrukken van de

Controleren of het codenummer werkt

1Druk op de component- keuzetoets voor het apparaat dat u hebt ingesteld.

TV

De afstandsbediening wordt ingeschakeld en de tiptoetsen voor het apparaat verschijnen op het scherm.

TV

u

 

RED INPUT

 

ENTER toets een pieptoon horen en gaat de

aanduiding “NG” knipperen. In dit geval

controleert u het codenummer en probeert u

1 2 3

4 5 6

GREEN TV

het opnieuw.

• Als het invoeren wordt onderbroken en er

YELLOW TELETEXT

7 8 9

-/--

BLUE

verstrijken meer dan 2 minuten tussen twee

stappen, dan vervalt de instelprocedure. Dan

zult u voor het invoeren van de code

opnieuw op de ¤toets moeten drukken

terwijl u de COMMANDER OFF toets

ingedrukt houdt.

Controleren welk codenummer er is ingevoerd

Druk op de DISPLAY toets. Het codenummer en de aanduiding “ENTER” verschijnen dan tweemaal achtereen.

1- 0

2Schakel het te bedienen apparaat in met de aan/uit-schakelaar op het apparaat zelf.

3Richt de afstandsbediening op het voorpaneel van het apparaat en druk op de utoets in het tiptoetsenscherm.

Tijdens het verzenden van het bedieningssignaal verschijnt het symbool op het scherm.

u

Nu hoort het apparaat te worden uitgeschakeld.

Wordt vervolgd 9NL