
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — SYSTEM CONTROL toetsen (vervolg)
4Herhaal de stappen 2 en 3 voor elk van de toetsfuncties in de gewenste bedieningreeks.
In dit voorbeeld drukt u op de volgende toetsen.
VCR1 | m | u |
|
m AMP | m | u | m VIDEO1 |
m TV m INPUT
mVCR1 m
5Wanneer u alle functies hebt geprogrammeerd, drukt u op de COMMANDER OFF toets.
COMMANDER
OFF
Opmerkingen
•Als het programmeren langer dan twee minuten wordt onderbroken, vervalt de invoerstand en zal de bedieningsreeks slechts tot op dat punt gelden. Om dan de gehele reeks in te voeren zult u de gedeeltelijke reeks moeten wissen, om dan opnieuw vanaf stap 1 te gaan programmeren.
•Als u voor een SYSTEM CONTROL toets al een afstandsbedieningssignaal hebt overgenomen of “aangeleerd” (zie blz. 28), gaat de aanduiding “NG” knipperen en klinkt er een pieptoon om u te waarschuwen dat deze toets niet voor programmeren beschikbaar is. Dan zult u de aangeleerde functie eerst moeten wissen (zie blz. 29).
•Als u het
Tip voor het programmeren van een SYSTEM CONTROL toets
Na het uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties geeft het scherm van de afstandsbediening de tiptoetsen voor de component van de laatst uitgevoerde functie aan. Door als laatste een functie voor de geluidsbron of een vaak gebruikte component te kiezen, bespaart u zich de stap om voor verdere bediening eerst op de betreffende
Uitvoeren van de reeks bedieningsfuncties
Druk op de gewenste SYSTEM CONTROL toets (1, 2 of 3). De geprogrammeerde bedieningssignalen worden verzonden in de door u gekozen volgorde voor de bediening van de betreffende componenten.
SYSTEM CONTROL
1 2 3
Bij het verzenden van elk signaal toont het scherm de bijbehorende toets.