Luidsprekeraansluitingen

Pas nadat alle verbindingen zijn gemaakt, steekt u de stekker in het stopcontact.

<Lees de handleiding van elke component die u wilt gebruiken.

<Controleer of elke plug goed is aangedrukt. Om brom en ruis te voorkomen de kabels niet bundelen.

Subwoofer

Voordat u aansluit

Controleer de impedantie van uw luidsprekers. Sluit luidsprekers aan met een impedantie van 4 Ω of hoger.

Over het algemeen is de “+” pool van een luidsprekerkabel gemarkeerd zodat deze kan worden onderscheiden van de “_“ van de kabel. Verbind deze gemarkeerde zijde met de “+” aansluiting en de ongemarkeerde met de “_“ aansluiting.

Bereid de luidsprekerkabels voor op de aansluiting door ca. 10

mmof minder van de buitenisolatie te verwijderen. Twist de draadjes van de kabel strak samen.

Waarschuwing

De metalen kern van de gescheiden draden mogen elkaar niet raken anders ontstaat kortsluiting. Door teveel isolatie te verwijderen kunnen beide adres mogelijk met elkaar in contact komen. Kortsluiting kan brand en schade aan de apparatuur veroorzaken.

106

Aansluiten

1.Draai de aansluiting naar links los. De kap van de aansluiting kan niet geheel worden losgedraaid.

2.Steek het blanke draadeinde geheel in en draai de kap naar rechts om de draad vast te zetten.

Controleer of geen enkel draadje naar buiten steekt en kortsluiting kan veroorzaken.

3.Controleer of de kabel goed vast zit door er even aan te trekken.

Subwoofer

Verbind een subwoofer via een in de handel verkrijgbare cinch-kabel. Gebruik een subwoofer met ingebouwde versterker, ook wel ‘actieve subwoofer’ genoemd.