•Controleer of hij vrij kan bewegen: zie de tekening rechts (A).
De stoomopening (C) op het deksel schoonmaken:
•Verwijder het drukventiel (A) - fig. 10 - 11.
•Kijk in voldoende daglicht of de stoomopening (C) schoon en rond is - fig. 12. Maak zo nodig schoon met een tandenborstel - fig. 16 en spoel af.
De veiligheidsklep (F) schoonmaken:
•Maak het deel van de veiligheidsklep binnen in het lid schoon door het onder de kraan te houden.
•Controleer de juiste werking door met een wat- tenstaafje hard te drukken op de pin, die vrij zou moeten bewegen - fig. 17.
De dichting van uw snelkookpan vervangen:
•Vervang de dichting van uw snelkookpan elk jaar of wanneer ze beschadigd is.
•Gebruik altijd een originele TEFAL dichting ge- schikt voor uw model.
Uw snelkookpan opbergen:
• Draai het deksel om op de pan - fig. 18.
Als de veiligheidsklep per ongeluk gedeel-
telijk of volledig uit NL zijn behuizing valt,
dan kan dit zonder enig gevaar een lek veroorzaken. Gelieve met uw product naar een erkend service- centrum te gaan.
Oververhit uw snel- kookpan niet wan- neer hij leeg is om de levensduur van de pan te verlengen.
Laat uw snelkook- pan na 10 jaar ge- bruik nakijken in een TEFAL Erkend Servicecentrum.
De drukindicator (E) verhindert de snelkookpan om de druk te verhogen als deze laatste niet correct werd afgesloten.
Veiligheid
Uw snelkookpan is uitgerust met verschillende veiligheidsvoorzieningen:
•Sluitveiligheid:
- De grijpers moeten de rand van het deksel vastgrij- pen. Anders komt er een stoomlek in de drukindi- cator en kan de snelkookpan niet onder druk worden gebracht.
•Openingsveiligheid:
- Als de snelkookpan onder druk staat, kan de ope- ningsknop niet worden ingedrukt.
- Probeer de snelkookpan nooit open te forceren.
33
