H A N D L E I D I N G • T 1 0
a. Druk op deze toets om het gewenste programma of de ingestelde waarde te bevestigen.
b. Druk op deze toets om het gewenste programma of de ingestelde waarde te bevestigen. Houd twee seconden ingedrukt om alle waarden terug te stellen naar de initiële modus.
7.SPEED +:
a.Druk op deze toets om een programma te kiezen uit P1, P2, P3, P4, P5, P6, P7, U1 en U2.
b.Druk in de instelmodus op deze toets om de waarde te verhogen.
c.Verhoogt in de trainingsmodus de snelheid van 0,8 tot 16,0 km/u of van 0,5 tot 10 MPH zoals getoond op het snelheidsscherm. Eenmaal drukken komt overeen met 0,1 km/u of 1 MPH. Door de toets gedurende 2 seconden ingedrukt te houden stijgt de snelheid sneller.
8.SPEED
a.Druk op deze toets om een programma te kiezen uit P1, U2, U1, P7, P6, P5, P4, P3 en P2.
b.Druk in de instelmodus op deze toets om de waarde te verlagen.
c.Verlaagt in de trainingsmodus de snelheid van 16,0 tot 0,8 km/u of van 10 tot 0,5 MPH zoals getoond op het snelheidsscherm. Eenmaal drukken komt overeen met 0,1 km/u of 1 MPH. Door de toets gedurende 2 seconden ingedrukt te houden daalt de snelheid sneller.
C.SPEED
- : hetzelfde als Speed –
D.ELEVATION
WERKINGSBEREIK
De standaardwaarden zijn PROGRAM = Manual (M), TIME = 00:00 (optellend), SPEED = 0,0, DISTANCE = 0,00 (optellend), CALORIES = 0 (optellend), HEART RATE = 0 en ELEVATION = 0
A. 4
ELEVATION.
B. 9
C. 12
D. SCHERM TIME : toont de trainingstijd optellend of aftellend. Wanneer de loopband niet in gebruik is en de veiligheidssleutel op ON staat, kan het scherm gekozen worden door op “ENTER” te drukken en dan ingesteld met “+” of
E.SCHERM SPEED : toont de snelheid die de loopband levert. Kan ingesteld worden met de toetsen “SPEED +” en “SPEED
F.SCHERM DISTANCE, KCAL, HEART RATE EN ELEVATION: De getoonde standaardwaarde is de afstand. Druk op de toets Select/Scan om te veranderen tussen DISTANCE, KCAL, HEART RATE en ELEVATION.
DISTANCE: Toont de afstand optellend of aftellend. Het optelbereik gaat van 0,00 tot 999 MPH/km/u, het aftelbereik van 999 tot 0 MPH/km/u. Na het aftellen tot 0 geeft de monitor 12 biepsignalen en stopt de loopband.
KCAL: Toont de calorieën optellend of aftellend. Het optelbereik gaat van 0 tot 999 Kcal, het aftelbereik van 999 tot 0 Kcal. Na het aftellen tot 0 geeft de monitor 12 biepsignalen en stopt de loopband.
HEART RATE: toont uw hartslag in slagen per minuut.
ELEVATION: toont de hellingsgraad van 0% tot 12%.
WERKINGSINSTRUCTIES
(LEES AANDACHTIG DOOR ALVORENS
HET TOESTEL TE GEBRUIKEN)
A. VEILIGHEID:
Om te beginnen: schakel het toestel aan en plaats de veiligheidssleutel op de monitor. Het toestel en de
B. PROGRAMMAKEUZE:
Er zijn 9 programma’s waaronder 1 Manual, 6 vooraf ingestelde programma’s en 2 gebruikersprogramma’s, waaruit gekozen wordt met de toets SCAN SELECT en toetsen “ELEVATION +
C. TRAINEN MET EEN SPECIFIEK DOEL:
In alle programma’s kan de gebruiker de waarden en de tijd instellen voor de training. Druk op de toets “ENTER” om de waarde te selecteren en stel de waarde in met de toetsen “ELEVATION +” of “SPEED +”. Indien geen waarden worden ingesteld blijven ze allemaal op 0. De gebruiker kan zolang lopen als hij wenst. De gebruiker kan ook de gewenste tijd instellen en laten aftellen. Indien bij voorbeeld TIME wordt ingesteld op 10 minuten, stopt de loopband na 10 minuten.
D. HARTSLAG
Er zijn twee manieren om uw hartslag te meten. De eerste is gebruikmaken van de handsensor, de tweede is een borstband. De handsensor is standaard ingesteld als meetmethode. Houd met beide handen de handsensoren vast. Er zijn 2 sensoren (2 metalen
34