H A N D L E I D I N G • A L P H A 1 5 O
2. Gebruik de toetsen
PROG
Onder PROG vindt u de voorgeprogrammeerde trainingsprofielen,
=gewichtscontrole, Fit = speciaal profiel voor personen met een bijzonder goede conditie. De moeilijkheidsgraad van het geselecteerde profiel wordt op een schaal van 1 t/m 9 aangegeven. Niveau 1 is het makkelijkst en duurt het langst, niveau 9 biedt de grootste uitdaging en duurt het kortst. Een volledige beschrijving van de profielen treft u aan het eind van deze instructies aan.
VOORGEPROGRAMMEERDE PROFIELEN (HEALTH, SLIM, FIT)
1.Druk op PROG totdat het gewenste profiel (Health, Slim, Fit) op het display verschijnt. Bevestig met OK .
2. Gebruik de toetsen
3. Start de training door te beginnen met fietsen.
EIGEN TRAININGSPROFIELEN SAMENSTELLEN
U kunt drie zelfontworpen trainingsprofielen opslaan. Het profiel kan gebaseerd zijn op ieder MODE
1.Druk op R EC om uw zelfontworpen training op te nemen. Tijdens het opnemen wordt de tekst R EC weergegeven. Druk op OK wanneer u met uw profiel klaar bent. Op het display wordt de tekst R EC vervangen door het geheugennummer “User 1”. Een knipperend cijfer geeft aan dat er al een profiel in het geheugennummer is opgeslagen. Eerder gebruikte profielen kunnen door nieuwe worden vervangen. Met de toetsen
2. U selecteert een zelfontworpen trainingsprofiel door op PROG te
3. Start de training door te beginnen met fietsen.
RECOVERY
Meet uw herstelhartslag aan het einde van de training. Druk op PROG totdat de tekst “Recovery” op het display verschijnt en bevestig met OK . Vervolgens kunt u uw herstelhartslag meten.
De meting van de herstelhartslag duurt twee minuten. Gedurende deze tijd wordt de huidige hartslag weergegeven. De tekst ”Recovery” knippert om aan te geven dat de functie actief is.
Aan het einde van de meetperiode wordt het herstelhartslagpercentage weergegeven. Hoe lager het percentage, hoe fitter u bent. Onthoud dat de resultaten persoonsgebonden zijn en niet zomaar met die van anderen vergeleken kunnen worden.
BELANGRIJK! Als tijdens de hartslagmeting een probleem optreedt, geeft het display - - weer in plaats van de hartslag. De herstelhartslagmeting begint automatisch opnieuw zodra de interface weer een hartslagsignaal ontvangt.
Druk op OK om terug te schakelen naar het hoofdmenu. Het hoofdmenu wordt 1 minuut na de meting automatisch weergegeven.
PAUSE
Als de interface 3 minuten niet wordt gebruikt (geen hartslagregistratie, geen aanraking van de toetsen en niet fietsen), schakelt de interface automatisch over naar de energiespaarstand. Door het aanraken van een toets, het beginnen met fietsen of bij het ontvangen van een hartslagsignaal, wordt de interface automatisch weer geactiveerd. De waarden van een onderbroken training worden 10 minuten in het geheugen van de interface opgeslagen, waarna ze op nul worden gezet. De waarden op het display worden altijd teruggezet als de toets R E SET wordt ingedrukt.
SET
1.Druk eenmaal op SET om het hartslagniveau in te stellen. Het laagste hartslagniveau wordt aangeduid met de tekst LO en het hoogste niveau met HI . Indien gewenst geeft de interface door middel van een waarschuwing aan wanneer uw hartslag onder het laagste niveau of boven het hoogste niveau komt. Hartslagniveaus worden als volgt ingesteld:
Voor het laagste niveau (LO ) kunnen 50 tot
220slagen per minuut worden ingesteld. Stel deze waarde met de toetsen - of + in en bevestig met OK . Stel het hoogste hartslagniveau (max. 220) op dezelfde wijze in en bevestig met OK .
U kunt hartslagniveaus verwijderen door met de toetsen - of + op een waarde boven het toegestane hoogste of laagste niveau uit te komen. De waarde wordt vervolgens op het display
vervangen door —.
2. Druk tweemaal op SET om het waarschuwingssignaal in te stellen. De tekst I N D OF F geeft aan dat het signaal is uitgeschakeld en I N D ON dat het aanstaat. Gebruik de toetsen - en
+om OF F of ON te selecteren. Druk op OK om te bevestigen.
3. Druk driemaal op SET om de gewenste meeteenheid in te stellen. Standaard worden de eenheden rpm, km en kcal gebruikt. Wijzig de eenheden door op de toetsen - of + te drukken totdat de gewenste eenheid wordt weergegeven. Voor het instellen van de snelheid kunt u kiezen uit omwentelingen per minuut (rpm), kilometer per uur (km/h) of mijl per uur (mph). Het energieverbruik kan in kilocalorieën (kcal) of kilojoules (kJ) worden weergegeven. Naast rpm kan de afstand ook in kilometers (km) of mijlen worden weergeven. Als u voor de snelheid km/h heeft geselecteerd, wordt de afstand automatisch in km weergegeven; als u voor de snelheid mph heeft geselecteerd, wordt de afstand in mijlen weergegeven.
4. Bevestig uw keuzes met OK . Deze worden vervolgens opgeslagen en in het hoofdmenu weergegeven.Druk op R E SET om de instellingsfunctie te verlaten zonder wijzigingen op te slaan. Hiermee worden de gegevens van het hoofdmenu teruggezet.
ONDERHOUD
Tijdens de training is de ideale gebruikstemperatuur van de T.I.E. interface tussen +10º en +35°C; Voor opslag gelden de temperaturen tussen de
BELANGRIJK!
interface!
Druk op de toetsen met uw vingertoppen; nagels kunnen de toetsmembranen beschadigen.
Laat de T.I.E. interface mag niet nat gemaakt worden. Droog het eventuele zweetdruppels van het T.I.E. interface af. Gebruik een zachte, absorberende doek. Gebruik geen oplosmiddelen voor het reinigen van de interface.
De T.I.E. interface mag niet aan direct zonlicht blootgesteld worden, dat kan de kleuren van de interface box en de membranen verbleken.
Neem onmiddellijk contact op met uw Tunturi dealer, als u defecten of storingen tijdens het gebruik van uw T.I.E. interface waarneemt. Geef hierbij aan: soort van probleem, gebruiksomstandigheden, aankoopdatum en serienummer van uw T.I.E. interface. De plaats van het stickertje met het serienummer van de T.I.E. interface , wordt aan de binnenkant van de omslag van deze handleiding, aangegeven.
N L
H A N D L E I D I N G • A L P H A 1 5 O
Aan het eind van deze handleiding vindt u een diagram en een onderdelenlijst van de Alpha 150.
T.I.E. user interfaces voldoen aan de eisen van EUs EMC Directieven betreffende elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEC) en elektrische apparatuur ontworpen voor gebruik binnen bepaalde spanningslimieten (73/23/EEC). Daarom is dit product met de CE label voorzien.
Tunturi is gerechtigd om specificaties te veranderen zonder daarover nader te berichten.
BELANGRIJK! De garantie vervalt bij schade als gevolg van het niet volgen van de instructies in deze gids betreffende het monteren, het instellen en het onderhouden van de apparatuur. De instructies dienen bij het in elkaar zetten, het onderhoud
en het gebruik, zo zorgvuldig mogelijk te worden gevolgd. Veranderingen of modificaties, welke niet door Tunturi Oy Ltd zijn goedgekeurd, laten de Tunturi Oy Ltd product aansprakelijkheid geheel vervallen.
Wij wensen u veel plezierige trainingen met uw nieuwe Tunturi trainingspartner!
16
17