
■Zie Tekst invoeren, pagina 151 voor nadere informatie over het invoeren van
uw naam.
■Het telefoonnummer dat u invoert, wordt alleen gebruikt voor het voorblad.
■Als u geen faxnummer invoert, kan er ook geen verdere informatie worden ingevoerd.
■Druk eenmaal op om een spatie tussen nummers in te voegen en druk tweemaal op deze toets om een spatie tussen letters in te voeren.
■Als uw
Aangepaste instellingen
Volume-instellingen
Volume van bel
U kunt selecteren hoe luid de bel van de machine overgaat. Het volume van de bel kan desgewenst zelfs worden uitgeschakeld.
1 Druk op Menu/Set, 1, 3, 1.
2 Druk op of
om UIT, LAAG, HALF of HOOG te selecteren. 3 Druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het
4 Druk op Stop/Eindigen.
U kunt het volume van de bel van de faxmachine instellen wanneer de machine inactief is. De bel kan desgewenst zelfs worden uitgeschakeld (UIT).
Druk op of
om het volume af te stellen. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, gaat de bel even over, zodat u hoort hoe luid de bel met de huidige instelling klinkt. Op het LCD- scherm wordt de door u geselecteerde instelling getoond. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, wordt het volume van de bel verder afgesteld.
De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u haar wijzigt.
Volume van waarschuwingstoon
Het volume kan worden ingesteld op LAAG, HOOG of UIT. De fabrieksinstelling is LAAG. Als het volume is ingesteld op LAAG of op HOOG, hoort u een geluidssignaal telkens wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt en aan het einde van faxtransmissies.
1
2
3
4
Druk op Menu/Set, 1, 3, 2.
Druk op of
om de gewenste instelling te selecteren.
Druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het
Druk op Stop/Eindigen.
20Hoofdstuk 1