5
Rapporten afdrukken
Het verzendrapport en het journaal instellen
Voor twee rapporten moeten in de programmeerstand eerst een paar instellingen worden gemaakt: dit zijn het verzendrapport en het journaal. U opent de betreffende menu’s als volgt:
Druk op Menu/Set, 2, 4, 1. | 1.VERZ. RAPPORT | |
| ||
Druk op Menu/Set, 2, 4, 2. | 2.JOURNAAL PER. | |
|
Het verzendrapport aanpassen
Het verzendrapport bewijst dat een faxbericht verzonden is. In dit rapport staan de naam en het nummer van de ontvangende partij, de datum en de tijd waarop het faxbericht was verzonden, en of de transmissie foutloos is verlopen.
Als deze functie UIT staat, wordt het rapport slechts automatisch afgedrukt als er een fout is opgetreden tijdens de transmissie. Als het rapport een foutmelding vermeldt, verzendt u het document opnieuw. Als het rapport vermeldt dat u de leesbaarheid van sommige pagina’s moet controleren, verzendt u deze opnieuw.
Als u meerdere faxen naar dezelfde bestemming stuurt, hebt u in het rapport wellicht een herinnering nodig om deze faxtransmissies te kunnen identificeren. U kunt UIT+BEELD of AAN+BEELD selecteren om op het rapport een deel van de eerste pagina van het faxbericht af te drukken.
1 Druk op Menu/Set, 2, 4, 1.
2 Druk op 
of 
om UIT, UIT+BEELD, AAN of AAN+BEELD te selecteren.
3 Druk op Menu/Set.
4 Druk op Stop/Eindigen.
De regelmaat van het journaal instellen
U kunt de machine zodanig instellen, dat er op vaste tijden een journaal wordt afgedrukt (elke 1, 3, 6, 12, 24 uur, of elke 2, 4 of 7 dagen). Als u het journaal uitzet (UIT), kunt u het via de hieronder beschreven procedure afdrukken.
1 Druk op Menu/Set, 2, 4, 2.
2 Druk op 
of 
om de instelling van uw keuze te selecteren. Als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd aan te geven welke de eerste dag van de
3 Druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het
4 Voer in
5 Druk op Stop/Eindigen.
NORMAAL GEBRUIK
Rapporten afdrukken 39
