NEDERLAND
te ontluchten.
•Na de inschakeling van het apparaat knipperen de LED (23) en (24) gelijktijdig gedurende de opwarming. Na de opwarming van het apparaat branden LED (23) en (24) continu.
•Nadat de bovengenoemde bewerkingen beëindigd zijn, is het apparaat klaar voor gebruik.
•Om koffie, warm water of stoom uit te schenken en het apparaat juist te benutten, moet men zich nauwkeurig aan de volgende gebruiksaanwijzingen houden.
5KOFFIEMALEN (FIG. 10)
Waarschuwing! Het handvat voor de instelling van de koffiemaling bevindt zich in het reservoir (Fig.10) en mag enkel gedraaid worden indien de koffiemaler werkt . Geen gemalen koffie in de houder voor de koffiebonen
doen.
Het is verboden welk materieel ook, behalve koffiebonen, in het apparaat in te voeren. De koffiemaler bevat bewegende onderdelen die gevaarlijk kunnen zijn; er dus nooit met vingers en/of andere voorwerpen ingaan. De hoofdschakelaar (7) eerst uitschakelen en de kabel uit het stopcontact verwijderen alvorens in de bonenreservoir te werken. Geen koffiebonen in de koffiemaler doen als deze in bedrijf is.
De kwaliteit en de smaak van de koffie hangen zowel van het malen als van de koffiesoort af.
Het toestel is van een knop (Fig.10) voor de instelling van het koffiemalen voorzien. Om de graad van het malen te veranderen, moet de knop met graden aanduiding gedurende het malen gedraaid worden; de cijfers op het handvat duiden de graad van het malen aan.
Elk toestel wordt in de fabriek op een middelmatig malen ingesteld: wanneer het malen te fijn is, is het noodzakelijk het handvat op grover malen in te stellen; wanneer het malen te grof is, is het noodzakelijk het handvat
op fijner malen in te stellen.
De verandering in de maalgraad wordt pas na het uitschenken van drie/vier kopjes koffie merkbaar.
Gelieve koffiebonen voor espresso apparaten te gebruiken. Uiterste maalgraden (vb.
Het malen moet ingesteld worden wanneer de koffie niet op een regelmatige manier uitloopt. Koffie afgifte te snel = het malen is te grof > de maalgraad verkleinen
Koffie afgifte in druppels en/of afwezig = het malen is te fijn > de maalgraad vergroten.
6 AFSTELLING VAN DE KOFFIEDOSIS (FIG.11)
Met dit apparaat is het mogelijk de koffiehoeveelheid, die men wil malen, te doseren. De dosering werd bij de producent, op een aangegeven waarde, waarmee de meerderheid tevreden is, bepaald.
Door de knop (Fig.11), die zich in het midden van de bonenreservoir koffiebonenhouder bevindt, tegen de wijzers van de klok in te draaien, verhoogt de dosis gemalen koffie; de dosis gemalen koffie wordt minder indien men de knop met de wijzers van de klok meedraait.
De afstelling van de koffiedosis moet voor de inschakeling van de
Op deze manier verkrijgt men een goede koffie- afgifte en kan men alle bestaande koffiesoorten gebruiken.
7KOFFIE AFGIFTE
Aanmerking: Indien het apparaat geen koffie distribueert, nakijken of
er genoeg water in het waterreservoir is.
•Controleer dat de groene LED (23) en (24) continu branden, dat het waterreservoir en het koffiebonenreservoir opgevuld zijn, alvorens de koffie te laten uitlopen.
•Een of twee kopjes onder de tuiten stellen; de hoogte van de pijp kan ingesteld worden door de pijp met de hand naar boven of naar beneden te verzetten (Fig.12), zodat hij zich de hoogte van de kopjes aanpast.
7.1 Koffie afgifte met koffiebonen
•Om de koffie afgifte in werking te zetten, moet de toets voor de uitloop (23 of 24) gedrukt worden; de gekozen toets begint te knipperen (zie hoofdstuk 15), terwijl de andere toets zich vanzelf uitschakelt.
Voor 1 kopje koffie, gelieve een kopje onder de tuit van de koffie afgifte te plaatsen en eenmaal de toets (23 of 24) in te drukken; voor 2 kopjes koffie moet men twee kopjes onder de tuiten van de koffie afgifte plaatsen en twee keer achtereen, de toets (23 of 24) indrukken. In deze bewerkingsmodaliteit voorziet het apparaat automatisch in het malen en het juiste doseren van de koffiehoeveelheid; de voorbereiding voor twee kopjes vraagt twee maalcycli en twee uitloopcycli die automatisch door het toestel beheerd worden.
•Achtereenvolgens begint de uitloopcyclus.
•Nadat de
De koffie afgifte stopt automatisch als het vooringesteld niveau bereikt wordt (zie hoofdstuk 7.3); het is echter mogelijk de uitloop van de koffie te onderbreken indien men de toets drukt
7.2 Koffie afgifte met gemalen koffie
Om deze functie te benutten, is het noodzakelijk de maatschep (Fig. 01-
21)te gebruiken voor de dosering van de gemalen koffie in het apparaat.
Enkel gemalen koffie voor espresso apparaten in de doseringshouder doen; koffiebonen en andere voorwerpen
kunnen het apparaat beschadigen.
Het is verboden vingers in de koffiedoseringshouder te steken omdat het bewegende onderdelen bevat.
NEDERLAND
Om de juiste hoeveelheid koffiepoeder te nemen, die in de doseringshouders dient te worden gegeven, enkel het meegeleverde maatschep (21) gebruiken. Voeg enkel een maatschep koffiepoeder per keer in; om twee kopjes koffie te verkrijgen dienen twee opeenvolgende cycli uitgevoerd te worden.
•Druk de toets (22) voor het kiezen van de bewerking; de led op de toets verlicht zich
•Hef het deksel van de koffiepoederdosering op (fig.13).
•Neem d.m.v. het maatschep een koffiedosis: verwijder de overvloedige koffiepoeder van het maatschep.
•Ledig de koffiepoeder binnenin de dosering (fig.14)
•Sluit het deksel van de koffiepoederdosering
•Druk de toets voor de koffie afgifte (23 of 24); de gekozen toets begint te knipperen (zie hoofdstuk 15) terwijl de andere toets zich uitschakelt.
•De uitloopcyclus schakelt zich in.
•Na het beëindigen van de
•De koffie afgifte stopt automatisch wanneer het vooringesteld niveau bereikt wordt (zie hoofdstuk 7.3); het is in ieder geval mogelijk
de koffie afgifte d.m.v. toets (23 of 24) te onderbreken.
·Vervolgens wordt het apparaat automatisch in de normale werkwijze gezet (zie par. 7.1)
7.3Instelling van de koffiehoeveelheid per kopje
Het apparaat werd geprogrammeerd om 2 koffietypes uit te schenken : espresso koffie met toets (23) en Café creme met toets (24).
Plaats het kopje onder de uitloper (13) om de geprogrammeerde waarden aan het kopje aan te passen, de uitlooptoets voor de gewenste koffie (23 of 24) ingedrukt houden.
Afwachten tot het kopje met de gewenste hoeveelheid gevuld wordt en dan de toets loslaten.
Waarschuwing: de toets (23 of
24)gedurende de gehele uitloopprocedure van de koffie ingedrukt houden.
• 92 • | • 93 • |