NEDERLANDS Verklaringvan algemene gegevens
1Inbussleutel
2Asvergrendeling
3Vastzetten
4Losmaken
5Zaagblad
6Buitensteflens
7Binnensteflens
8Buitensteflens
9Boutmet zeskante kop
0Zaagblad
qUitsteekselsvoor afstelling
wBoutmet zeskante kop
(Voorafstelling van
spouwmes)
eZaagdiepte
rLosmaken
tHendel
yVleugelmoer
uVoor zagen in een hoek van
45°
iVoorrecht zagen
oGrondplaat
p45°schuine zaagsneden
aRechtezaagsneden
sBovengeleider
dGrondplaat
f60°schuine zaagsneden
g45°schuine zaagsneden
h30°schuine zaagsneden
jRechtezaagsneden
kZaagblad
lGrondplaat
;Bovengeleider
zVergrendelingsknop
xTrekkerschakelaar
cStofzuiger
vLimietmarkering
bKapvan koolborstelhouder
nSchroevedraaier

TECHNISCHE GEGEVENS

Model 5603R 5703R 5903R 5103R 5143R
Bladdiameter ....................................................... 165 mm 190mm 235mm 270mm 355 mm
Max.zaagdiepte
Bij90° .............................................................. 54 mm 66 mm 85mm 100mm 130mm
Bij45° .............................................................. 38 mm 46 mm 64mm 73mm 90mm
Nullasttoerental(omw/min) ................................. 5 000 4 800 4500 3800 2 700
Totalelengte ....................................................... 330 mm 356mm 400 mm 442mm 607 mm
Nettogewicht ...................................................... 4,2 kg 5,2kg 7,6kg 9,4 kg 14,5 kg
Inverband met ononderbroken research en ontwik-
keling behouden wij ons het recht voor boven-
staande technische gegevens te wijzigen zonder
voorafgaandekennisgeving.
Opmerking: De technische gegevens kunnen van
landtot land verschillen.
Stroomvoorziening
De machine mag alleen worden aangesloten op een
stroombronvan hetzelfde voltage als aangegeven op de
naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom
worden gebruikt. De machine is dubbel-geı¨soleerdvol-
gens de Europese standaard en kan derhalve ook op
eenniet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Veiligheidswenken
Vooruw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriftennauwkeurig op te volgen.

AANVULLENDE

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

1. Draag oorbescherming.
2. Zorg ervoor dat alle beschermingen aanwezig
zijnen in goede staat zijn.
Klem of bind de onderste beschermkap nooit
in de open stand vast. Controleer vóór elk
gebruik of de onderste beschermkap goed
werkt. Gebruik de machine niet indien de
onderste beschermkap niet snel over het
zaagbladsluit.
LETOP: Indien u de machine hebt laten vallen,
kan de onderste beschermkap verbogen zijn
zodatdeze niet volledig terugkeert.
3. Gebruik geen vervormde of gebarsten zaag-
bladen.
4. Gebruik geen zaagbladen van sneldraaistaal.
5. Stop het zaagblad niet door er zijwaartse
krachtop uit te oefenen.
6. Houd de zaagbladen schoon en scherp.
Scherpe zaagbladen verminderen de kans op
blokkerenof terugslaan van het zaagblad.
7. GEVAAR:Houd uw handen uit de buurt van de
zaagzone.
Houd uw handen uit de buurt van het zaag-
blad. Reik niet onder het werkstuk terwijl het
zaagblad draait. Probeer niet het gezaagde
materiaal te verwijderen terwijl het zaagblad
nogdraait.
LETOP: Na het afzetten van de machine blijft
hetzaagblad freewheelen.
8. Ondersteun grote panelen.
Grote panelen moeten worden ondersteund
zoals afgebeeld in Fig.A, om de kans op
klemmen en terugslaan van het zaagblad tot
eenminimum te beperken.
Indien de machine tijdens het zagen op het
werkstuk moet rusten, laat deze dan op het
grotere gedeelte rusten en zaag het kleinere
gedeelteeraf.
Om terugslag te voorkomen, ondersteun de
plankof het paneel dichtbij de zaagsnede.
Fig.A
24

5603R-5143R (Nl) (’99. 6. 11)