ENGLISH FRANÇAIS DEUTSCH NEDERLANDS
MASTER VOLUME [HOOFDGELUIDSSTERKTE]
Druk op de toetsen MASTER VOLUME of om de geluidssterkte respectievelijk te verhogen of te verminderen. Laat de toets los wanneer u de gewenste geluidssterkte hebt bereikt. Het gemotoriseerde bedieningselement voor de geluidssterkte op het frontpaneel toont de geselecteerde geluidssterkte. De toetsen Master Volume hebben geen effect op opnames die worden opgenomen via de uitgangen Tape maar beïnvloeden toch het signaal dat naar de voorversterkeruitgangen wordt gezonden
BEDIENINGSELEMENT TUNER
(voor gebruik met
TUNE (afstemmen) of scant respectievelijk de hogere of lagere radiozenderfrequenties op zowel AM en FM.
PRESET (voorinstelling) of selecteert respectievelijk een hogere of lagere voorinstelling van radiozender.
BEDIENINGSELEMENT
activeert Pause
activeert Stop
activeert Play [spelen] of schakelt tussen Play en Pause of activeert het overslaan van een geluidsspoor. Druk er éénmaal op om respectievelijk naar het volgende geluidsspoor over te gaan, of om terug naar het begin van het huidige of een vroeger geluidsspoor te gaan.
activeert het openen en sluiten van de
Met de toets TAPE/TUNER - CD kan u op de transporttoetsen cassette- opdrachten toepassen wanneer de toets op TAPE/TUNER is geschakeld, en
BEDIENINGSELEMENT CASSETTERECORDER
(voor gebruik met enkele
activeert het voorwaarts spelen
Druk op deze toets om het opnemen met cassetterecorder te pauzeren.
Druk op Play om het opnemen te activeren.
Stopt het Spelen of het Opnemen.
Activeert het terugspoelen.
Activeert het voorwaarts spoelen.
Met de toets TAPE/TUNER - CD kan u op de transporttoetsen cassette- opdrachten toepassen wanneer de toets op TAPE/TUNER is geschakeld, en op de transporttoetsen
N.B.: De afstandsbediening die met de C 372 wordt meegeleverd is een universeel type van NAD, dat speciaal is ontworpen om meerdere NAD- apparaten te bedienen. Sommige toetsen op deze afstandsbediening werken niet daar de functies niet op de C 372 aanwezig zijn. De ingangskeuzetoetsen Video 2 en Video 3 (binnen het deel nr. 2) op de afstandsbediening werken niet op de C 372.
Rechtstreeks zonnelicht, en een zeer helle of fluorescente omgevingsverlichting kan het werkbereik en
ESPAÑOL ITALIANO PORTUGUÊS SVENSKA
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem |
| Oorzaak |
| Oplossing |
|
|
|
| |
GEEN GELUID | • | Netsnoer niet aangesloten of unit niet | • Controleer of netsnoer is ingestoken en unit is | |
|
| ingeschakeld |
| ingeschakeld |
| • Tape 1 Monitor geselecteerd | • Schakel Tape 1 Monitor uit | ||
| • | Mute ingeschakeld | • | Schakel Mute uit |
| • Achterste Pre Out/ Main in | • | Breng verbindingen aan | |
|
| versterkerverbindingen niet aangebracht |
|
|
| • | Geen luidsprekers geselecteerd | • Selecteer betreffende luidsprekers (A en/of B) | |
|
|
|
| |
GEEN GELUID VIA EEN KANAAL | • | Balansregeling niet in midden | • Zet balansregeling in midden | |
| • Luidspreker niet correct aangesloten of | • Controleer aansluitingen en luidsprekers | ||
|
| beschadigd |
|
|
| • Ingangskabel ontkoppeld of beschadigd | • Controleer kabels en aansluitingen | ||
|
|
|
| |
ZWAK LAAG/DIFFUUS OF GEEN STEREOBEELD | • | Luidspreker niet in fase aangesloten | • Controleer aansluitingen op alle luidsprekers | |
|
|
|
| binnen systeem |
| • | Overbruggingsmodus geselecteerd wanneer | • | Schakel overbruggingsmodus uit |
|
| luidsprekers normaal zijn aangesloten |
|
|
|
|
|
| |
AFSTANDSBEDIENING WERKT NIET | • | Batterijen leeg of onjuist geplaatst | • Controleer en/of vervang batterijen | |
| • Venster van | • | Verwijder obstakel | |
| • | • Haal unit uit direct zonlicht, verminder | ||
|
| omgevingslicht |
| hoeveelheid omgevingslicht |
|
|
|
| |
• | Kortsluiting in luidsprekerkabels | • Schakel versterker uit en controleer | ||
INSCHAKELEN |
|
|
| kabelaansluitingen van beide luidsprekers op |
|
|
|
| achterpaneel van versterker en luidsprekers. |
|
|
|
| Schakel versterker in. |
|
|
|
| |
• | Versterker is oververhit geraakt | • Schakel versterker uit. Controleer of de | ||
ROOD TIJDENS NORMALE WERKING | • | Totale impedantie van luidsprekers te laag |
| ventilatiegleuven boven- en onderop versterker |
|
|
|
| niet zijn verstopt. Laat versterker afkoelen en |
|
|
|
| schakel hem in. |
|
|
| • Controleer of totale luidsprekerimpedantie niet | |
|
|
|
| lager is dan 4 Ohm. |
|
|
| • Controleer luidsprekerkabels op kortsluitingen. | |
|
|
|
|
|
34