8. Scherpstellen
Afb. 10
aStel het diafragma in op de uiterste stand door op de diafragmeerknop te drukken, en stel scherp door aan de scherpstelring te draaien.
bDruk de diafragmeerknop weer in om te diafragmeren voordat u een foto maakt.
•Met de Nikon D3 of D300 kunt u een foto nemen zonder de diafragmeerknop te gebruiken (het diafragma kan automatisch gediafragmeerd worden naar een geselecteerde opening door de ontspanknop in te drukken zonder de diafragmeerknop in te drukken). Daarnaast kan de diafragmeerknop gebruikt worden.
•Terwijl u tilt en/of shift, kan de electronische bereikzoeker van de camera niet gebruikt worden om de juiste scherpstelling te
Nl | verifiëren. U kunt de scherpte verifiëren door het beeld te | |
bekijken in de zoeker van de camera. | ||
|
•Wanneer u de tilt- en/of shifthoek verandert na het scherpstellen zal het onderwerp onscherp worden.
Infraroodcompensatie
Bij fotografie met infraroodfilm moet een rood (R60) filter aan de lens worden bevestigd en de scherpstelling handmatig worden gecompenseerd.
Stel eerst handmatig op het onderwerp scherp. Draai aan de scherpstelring om het gewenste afstandsschaalnummer (“0.5 m” in afb. 11) tegenover te zetten (“8” op de dieptescherpteschaal in afb. 11) om de scherpstelling te compenseren. Bevestig een R60 filter voor infraroodfotografie.