88Nederlands
Milieu
,Gooi het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet weg met het normale huisvuil, maar lever het in op een door de overheid aangewezen inzamelpunt om het te laten recyclen. Op die manier levert u een bijdrage aan een schonere leefomgeving (fig. 29).
,Batterijen bevatten stoffen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu.Als u lege batterijen weggooit, doe ze dan niet bij het gewone huisvuil, maar lever ze in bij een officieel aangewezen inzamelpunt.Verwijder de batterijen altijd voordat u het apparaat afdankt of inlevert op een officieel aangewezen inzamelpunt.
Garantie en service
Als u informatie nodig hebt of als u een probleem hebt, bezoek dan de
(www.philips.com), of neem contact op met het Philips Customer Care Centre in uw land (u vindt het telefoonnummer in het ‘worldwide
uw land is, ga dan naar uw
Veelgestelde vragen
In dit hoofdstuk vindt u de meestgestelde vragen over het apparaat. Als u het antwoord op uw vraag niet kunt vinden, neem dan contact op met het Customer Care Centre in uw land.
Vraag | Antwoord |
|
|
Waarom gaan het ON- | Mogelijk zijn de batterijen van de ouderunit leeg en zit de ouderunit |
lampje op de babyunit en | niet in de op netspanning aangesloten oplader. Steek de adapter van |
het | de oplader in het stopcontact en plaats de ouderunit in de oplader. |
ouderunit niet branden als | Druk vervolgens op de aan/uitknop om verbinding te maken met de |
ik de aan/uitknoppen van | babyunit. |
de units indruk? |
|
| Mogelijk zijn de batterijen van de babyunit leeg en is de babyunit niet |
| aangesloten op netspanning.Vervang de batterijen of steek de kleine |
| stekker in de babyunit en steek de adapter in een stopcontact. Druk |
| vervolgens op de aan/uitknop om verbinding te maken met de |
| ouderunit. |
| De babyunit en de ouderunit bevinden zich mogelijk buiten bereik |
| van elkaar. Plaats de ouderunit dichter bij de babyunit, maar niet |
| dichterbij dan 1 meter. |
| Als het |
| knipperen, gebruik dan de resetfunctie om de units terug te zetten |
| naar de standaardinstellingen. |
Waarom piept de | Als de ouderunit piept terwijl het |
ouderunit? | geen verbinding met de babyunit. Plaats de ouderunit dichter bij de |
| babyunit. |
| Als de ouderunit piept, het |
| batterijcontrolelampje rood oplicht, zijn de batterijen bijna leeg en |
| dient u deze te vervangen. |
Waarom geeft het | De units staan mogelijk te dicht bij elkaar. Zorg dat de ouderunit en |
apparaat een hoge | de babyunit ten minste 1 meter bij elkaar vandaan zijn. |
pieptoon? |
|