De huidige standaard-gateway wordt afgebeeld.
"GATEWAY?" wordt afgebeeld.
Druk op ENTER.
9
10 Druk nogmaals op ENTER.
om het
voeren.
Druk herhaaldelijk op m of M cijfer te kiezen dat u wilt instellen.
de cijfers van het subnetmasker in te

Handmatig netwerkinstellingen maken

Standaard krijgt de CPF-IX001 automatisch een IP-adres toegewezen. Volg, indien nodig, onderstaande procedure om handmatig een IP- adres toe te wijzen. Merk op dat handmatige toewijzing van een IP-adres aan de CPF-IX001 niet nodig is, bij gebruik in een configuratie met een router met DHCP-service.

1

Kies "NET SETUP?" in het

 

netwerkmenu (blz. 18) en druk daarna

2

op ENTER.

Druk herhaaldelijk op . of >

 

totdat "NET TYPE?" verschijnt en druk

3

daarna op ENTER.

Druk herhaaldelijk op . of >

 

totdat "MANUAL?" verschijnt en druk

 

daarna op ENTER.

4

"IP ADDRESS?" wordt afgebeeld.

Druk nogmaals op ENTER.

5

Het huidig ingestelde IP-adres verschijnt.

Druk herhaaldelijk op . of > om

 

de cijfers van het IP-adres in te voeren.

 

Druk herhaaldelijk op m of M om het

6

cijfer te kiezen dat u wilt instellen.

Druk op ENTER.

7

"SUBNET MASK?" wordt afgebeeld.

Druk nogmaals op ENTER.

 

Het huidig ingestelde subnetmasker

8

verschijnt.

Druk herhaaldelijk op . of > om

11 Druk herhaaldelijk op . of > om het numerieke adres van de standaard- gateway in te voeren.

Druk herhaaldelijk op m of M om het cijfer te kiezen dat u wilt instellen.

12 Druk op ENTER.

13 Druk op de toets SUSPEND om het netwerkapparaat in de slaapstand te zetten.

14 Druk weer op de toets SUSPEND om het netwerkapparaat in te schakelen.

Terugkeren naar de automatische instelling

1Kies "NET SETUP?" in het netwerkmenu (blz. 18) en druk daarna op ENTER.

2Druk herhaaldelijk op . of > totdat "NET TYPE?" verschijnt en druk daarna op

ENTER.

3Druk herhaaldelijk op . of > totdat "AUTO?" verschijnt en druk daarna op

ENTER.

4Druk op de toets SUSPEND om het netwerkapparaat in de slaapstand te zetten.

5Druk weer op de toets SUSPEND om het netwerkapparaat in te schakelen.

Het netwerkapparaat opnieuw opstarten

Kies "RESTART?" in het netwerkmenu (blz. 18) en druk daarna op ENTER.

netwerkinstellingen Geavanceerde
19NL