H A N D L E I D I N G • C 6
voeten op het midden van de pedalen staan en dat de heupen, knien, enkels en tenen naar voren gericht zijn. U kunt zowel rechtop als voorover gebogen trainen, maar zorg in beide gevallen dat het lichaamsgewicht zich midden boven het onderlichaam bevindt. Bouw tempo af en weerstand geleidelijk op, alvorens met trainen te stoppen. Vergeet niet na de training enige stretch oefeningen uit te voeren om spierpijn
te voorkomen. Om de conditie van hart en bloedvaten te verbeteren, traint u met een lage weerstand maar in een hoog tempo. Trainen met hogere weerstand en in een lager tempo versterkt de spieren van rug en heupen.
M O N I T O R
FUNCTIES VAN DE TOETSEN
1. PROGRAMMATOETS MANUAL
Hiermee kunt u met behulp van de pijlstoetsen het inspanningsniveau tijdens de training instellen.
2. PROGRAMMATOETS ROLLING HILLS
Verandert het inspanningsniveau tijdens de training. Het scherm toont de programma’s en de verandering van inspanning. U kunt het ingestelde niveau tijdens de training bijstellen door herhaaldelijk op de pijltoetsen te drukken.
3. PROGRAMMATOETS HRC INTERVAL
Verandert het hartslagsniveau tijdens de training. Het scherm toont de programma’s en de verandering van inspanning. De ingestelde hartslagwaarde is tijdens de training
te veranderen met de pijltoetsen.
4. PROGRAMMATOETS TARGET HR
Zorgt ervoor dat de weerstand steeds zodanig aangepast wordt dat uw hartslag op de ingestelde waarde blijft. Als de hartslag te hoog wordt neemt de weerstand automatisch af, als de hartslag te laag wordt, neemt de weerstand automatisch toe, waardoor u een grotere inspanning moet leveren. De ingestelde hartslagwaarde is tijdens de training te veranderen met de pijltoetsen.
5. TOETS RESET
Zet alle instellingen op NUL met druk van 2 seconden.
6. TOETS ENTER
Wordt gebruikt om door u ingestelde waarden te bevestigen en voor het afsluiten van een ingesteld programma.
7. TOETS MEMORY
Met deze toets kunt u 8 verschillende, door uzelf ingestelde programma’s
8. TOETS SCAN HOLD
Om de zes seconden wijzigt de meter de geregistreerde waarden op de display.Als u een van de waarden langere tijd in de gaten wilt houden, moet u op de toets SCAN HOLD drukken. Daarmee houdt u de getoonde waarde op de display vast.
Als u dan weer de elkaar afwisselende waarden op de display wilt volgen, moet u de vergrendeling vrijgeven door nog eens op de toets SCAN HOLD te drukken.
9. PIJLTOETSEN
Deze toetsen worden gebruikt voor het instellen van de verschillende waarden en weerstand en selecteren van programma’s.
10. TIME / EFFORT (W)
Deze venster geeft de resterende ingestelde trainingstijd òf het inspanningsniveau in Watts weer.
11. TOTAL COUNTS / COUNTS/MIN
Deze venster geeft de aantaal trapbewegingen of snelheid weer.
12. KCAL / PULSE
Deze venster geeft geschat calorieverbruik in kilocalorieën of hartslag weer. Omdat het vermogen om energie te produceren niet voor iederen gelijk is, vormt de waarde die het bedieningspaneel berekent slechts een ruwe schatting.
13. MEETEENHEID
Keuze gewichtsweergave in kg óf LB. U kunt de standaardinstelling wijzigen met de schakelaar onderaan de monitor.
14. TELLER VAN DE TOTAALWAARDEN
De totale gebruiksduur worden automatisch in het geheugen van de meter opgeslagen. U krijgt die waarde op het schirm door op de 2 pijltoetsen te drukken.
FUNCTIES
LET OP! Het
De monitor gaat vanzelf aan zodra de stekker in het stopcontact wordt gestoken. De monitor geeft dan een kort geluidssignaal en alle waarden op het scherm staan op nul. Als er 5 minuten geen activiteit is (fietsen, of het indrukken van een toets), schakelt de monitor vanzelf uit. Er blijft, zolang de transformator in het stopcontact aangesloten is, spanning op de elektronica en de monitor staan. Na het verstrijken van de ingestelde trainingstijd blijft de monitor de gegevens weergeven, daardoor is het niet nodig de waarden opnieuw in te stellen.
LET OP! Ook na het verstrijken van de ingestelde trainingstijd bij QUICK START, MANUAL en TARGET HR programmas blijft de ingestelde weerstand van kracht, zodat u probleemloos verder kunt trainen.
40