Kopiëren
WorkCentre7755/7765/7775 Multifunctionele printer
Gebruikershandleiding
113
3. Druk op de betreffende toets om het beeld twee, vier, zes of negen keer op iedere zijde van het
papier te herhalen.
Opmerking:Rechts in het venster wordt een schema getoond van de opmaak van he t beeld.
4. Verschillende aantallen opgeven:
a. Druk op Rijen en kol ommen opgeve n.
b. Druk op de pijltoetsen om het aantal rijen te wijzigen.
c. Druk op de pijltoetsen om het aantal kolommen te wijzigen.
Opmerking:Rechts in het venster wordt een schema getoond van de opmaak van he t beeld.
5. Druk op Auto-herhalen om het aantal rijen en kolommen dat op het huidig geselecteerde
papierformaat kan worden geplaatst, automatisch door de printer te laten bepalen.
6. Druk op Origineelrichting, druk dan op Portretoriginelen of Landschaporiginelen.
7. Druk op Opslaan.
Geavanceerd kopiëren
Gebruik het tabblad Opdrachtmodule om de volgende instellingen te wijzigen:
Een opdracht opbouwen op pagina113
Een proefkopie afdrukken op pagina114
Kopieerinstellingen opslaan op pagina114
Opgeslagen kopieerinstellingen ophalen op pagina 115

Een opdracht opbouwen

Met deze functie kunnen complexe kopieeropdrachten van documenten met verschillende originelen,
waarvoor verschillende kopieerinstellingen nodig zijn, worden geproduceerd. Voor elk 'segment'
kunnen verschillende kopieerinstellingen worden gebruikt. Nadat alle segmenten zijn geprogrammeerd
en gescand (de paginabeelden worden tijdelijk opgeslagen in het printergeheugen), drukt de printer de
volledige kopieeropdracht af.
Een kopieeropdracht opbouwen:
1. Druk op Kopiëren op het aanraakscherm.
2. Het eerste segment programmeren en scannen:
a. Plaats de originelen voor het eerste segment.
b. Selecteer de gewenste kopieerinstellingen (opmaakaanpassing, beeldaanpassing, enz.) voor
het eerste segment.
c. Druk op het tabblad Opdracht samenstellen.
d. Druk op Opbouwopdracht en dan op Aan.
e. Druk op de groene toets Start op het bedieningspaneel om de eerste set originelen te scannen.
3. Extra segmenten programmeren en scannen:
a. Plaats de originelen voor het volgende segment.
b. In het scherm Opbouwopdracht drukt u op Volgende segment programmeren, rechtsboven
in het venster.
c. Selecteer de gewenste instellingen voor dit segment in de betreffende tabbladen.
d. Druk op de groene toets Start om de originelen voor dit segment te scannen.