Afdrukken
Aangepaste formaten maken en opslaan
Aangepaste papierformaten kunnen vanuit lade 5 (handmatige invoer) worden afgedrukt. Aangepaste papierformaten kunnen via een ondersteund printerstuurprogramma worden opgeslagen. Deze aangepaste formaten worden in het besturingssysteem van uw computer opgeslagen, zodat u ze kunt selecteren in alle applicaties.
Opmerking: Zie Afdrukken op papier van aangepast formaat op pagina 59 voor meer informatie.
Aangepaste formaten maken en opslaan met behulp van een ondersteunde driver
Windows
1.Klik op het tabblad Papier/uitvoer.
2.Klik op de pijl omlaag rechts van het overzicht Papier en klik vervolgens op Ander formaat.
3.Klik in het menu Papierformaat afdruk op Nieuw.
4.Voer in het dialoogvenster Nieuw aangepast formaat een naam in het vak Naam in en voer vervolgens in de vakken Breedte en Hoogte de afmetingen in.
5.Klik op OK.
Macintosh
1.Klik in de applicatie op Bestand en klik vervolgens op
2.Klik in het vervolgkeuzemenu Papierformaat op Beheer aangepaste formaten.
3.Klik op de toets + als u een nieuw aangepast paginaformaat wilt toevoegen.
4.Dubbelklik op de naam Naamloos en typ vervolgens een naam in voor het aangepaste formaat.
5.Voer de afmetingen in de vakken Breedte en Hoogte in.
6.Klik op Printermarges en selecteer vervolgens:
•Door gebruiker gedefinieerd - vul nu de aangepaste waarden voor kantlijnen in.
•Uw printer in de lijst om standaardkantlijnen te gebruiken.
7.Klik op OK.
86WorkCentre 7755/7765/7775 Multifunctionele printer Gebruikershandleiding