345°-modellen met

345°-modellen met

pre-positieoptie5,6

Doorvoerbedrading

Nummer pin

Kleur

1: voeding PP (+)

oranje2

2: zwenkpositie

geel2

3: retourleiding PP (-)

grijs2

4: kippositie

wit/zwart2

5: objectief gemeensch.

groen2

6: zoom

blauw2

7: focus

violet2

8: positie zoom

bruin2

9: positie focus

zwart2

10: accessoire

wit2,3

11: accessoire

rood2,3

12: accessoire

geel2,3

13: NA1

 

14: NA1

 

15: NA1

 

16: links zwenken

wit

17: NA1

 

18: rechts zwenken

violet

19: zwenk/kip gemeensch.

blauw

20: omhoog kippen

bruin

21: omlaag kippen

wit/geel

22: aarde

groen/geel2

23: camera AC-lijn

zwart2,4

24: camera nulleider

wit2,4

345°-modellen met

pre-positieoptie5,6

Standaardbedrading

Nummer pin

Kleur

1: voeding PP (+)

oranje2

2: zwenkpositie

geel2

3: retourleiding PP (-)

grijs2

4: kippositie

wit/zwart2

5: NA1

 

6: NA1

 

7: NA1

 

8: NA1

 

9: NA1

 

10: NA1

 

11: NA1

 

12: NA1

 

13: NA1

 

14: NA1

 

15: NA1

 

16: links zwenken

wit

17: NA1

 

18: rechts zwenken

violet

19: zwenk/kip gemeensch.

blauw

20: omhoog kippen

bruin

21: omlaag kippen

wit/geel

22: aarde

groen/geel2

23: NA1

 

24: NA1

 

Voetnoten

1.NA -- Niet Aangesloten; niet gebruiken.

2.(Kleurcodes) geven doorvoerbedrading aan naar camera/behuizing.

3.Alleen van toepassing op modellen van

24 volt. Pin 10 t/m 12 worden niet gebruikt in modellen van 110 of 220 volt.

4.Genoemde (kleurcodes) zijn voor modellen van 24 en 110 volt. Voor modellen van

220 volt zijn de kleurcodes (23) bruin en

(24) blauw.

5.De geleiders voor pin 16 t/m 24 (indien van toepassing) op modellen van 220 volt dienen te worden geïsoleerd van andere bedrading op basis van de strengere isolatie- eisen van DIN VDE 0860/05.89,

IEC 65. De geleiders voor pin 16 t/m 24 (indien van toepassing) moeten worden

uitgevoerd in HAR-draad met een minimale koperdoorsnede van 0,75 mm2 (H05 VV-F).

6.Raadpleeg afbeelding 6 onder Aansluitschema’s voor het bedradingsschema.

15.Raadpleeg afbeelding 7 onder Aansluitschema’s voor het bedradingsschema.

16.Alleen voor modellen met pre-positieoptie. Raadpleeg afbeelding 8 voor het bedradingsschema.

3.8Zwenkstops (345°-modellen)

Bepaal de positie van de drie (3) begrenzingsstops op de basis van de unit. De rode begrenzingsstop is de vaste stop. Deze is niet instelbaar en dient niet te worden verwijderd. De overige twee (2) stops zijn de zwenkstops. Deze zijn aangebracht aan weerszijden van de zwenkschakelaar.

De twee (2) zwenkstops zijn instelbaar en worden vastgezet met een stelschroef. Deze schroeven kunnen worden bereikt via de opening in het uiteinde van elke stop. Gebruik een 3/32-inch inbussleutel (meegeleverd) om de stelschroeven los te draaien en vast te zetten. Zie afbeelding 3.

Bovenaanzicht basis

Voorzijde

Links

Pan

Rechts

(linksom)

Stops

(rechtsom)

Vaste stop (rood)

S928A19CE

 

Achterzijde

Afbeelding 3: locaties zwenkstops (345°-modellen)

4 BEDIENING

4.1Handmatige zwenkfunctie (345°-modellen)

De zwenkstops bepalen de grenzen van de handmatige zwenkfunctie. De twee (2) instelbare zwenkstops kunnen afhankelijk van de gewenste werking in een andere positie worden geplaatst of worden verwijderd. De opstelling met het maximale zwenkbereik wordt weergegeven in afbeelding 4.

Waarschuwing: verplaats of verwijder nooit de vaste stop. Voor een goede werking van de zwenkfunctie moet deze stop altijd op zijn plaats blijven.

4.2Automatische zwenkfunctie (345°-modellen)

Om van de automatische zwenkfunctie gebruik te kunnen maken dienen pin 16 (links zwenken), pin 18 (rechts zwenken) en pin 19 (gemeensch.) te worden aangesloten. Zie afbeelding 6. De automatische zwenkfunctie wordt tot stand gebracht doordat de besturingseenheid wijzigingen detecteert in de stroom die door de zwenkmotor loopt. Zodra er een zwenkstop wordt bereikt, loopt er geen stroom meer en zorgen de interne schakelingen van de besturingseenheid ervoor dat de automatische zwenkbeweging van richting verandert.

Opmerking: de zwenk/kipbesturingseenheid moet zijn uitgerust met speciale stroomdetectieschakelingen om in deze modus de automatische zwenkfunctie te kunnen gebruiken. De zwenkstops of de vaste stop zijn bepalend voor de grenzen van de automatische zwenkfunctie.

54

Page 54
Image 54
Bosch Appliances LTC 9418, LTC 9420, LTC 9440 Bediening, modellenmet, Doorvoerbedrading, 3.8Zwenkstops 345-modellen