Hoofdstuk 3 Geavanceerde configuratie
22
Wireless-N breedbandrouter
Triggered Range (Getriggerd bereik) Geef voor elke
toepassing het nummer op van de eerste en laatste poort
binnen het getriggerde poortbereik. Zie de documentatie bij
de internettoepassing voor de gewenste poortnummers.
Forwarded Range (D oorgestuurd bereik) Geef voor elke
toepassing het nummer op van de eerste en laatste poort
binnen het doorgestuurde poortbereik. Zie de documentatie
bij de internettoepassing voor de gewenste poortnummers.
Enabled (Ingeschakeld) Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om
het triggeren van poorten in te schakelen voor de toepassingen
die u hebt opgegeven.
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen
door te voeren of klik op Cancel Changes (Wijzigingen
annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Applications and Gaming (Toepassingen en games) > DMZ
Met de DMZ-functie kan één netwerkcomputer verbinding
met internet maken en een bepaalde service gebruiken, zoals
onlinegames of videoconferenties. DMZ-hosting wijst alle
poorten op hetzelfde moment aan één computer toe. De functie
voor het doorsturen van poortbereiken is veiliger, omdat hierbij
alleen de poorten worden geopend die u wilt openen, terwijl bij
DMZ-hosting alle poorten op één computer worden geopend,
zodat via internet verbinding met de computer k an worden
gemaakt.
Applications and Gaming (Toepassingen en games) > DMZ
DMZ
Op elke computer waarvan de poort wordt toegewezen, moet
de DHCP-clientfunctie worden uitgeschakeld en moet er een
nieuw, vast IP-adres aan worden toegewezen, omdat het IP-adres
kan veranderen wanneer de DHCP-functie wordt gebruikt.
Enabled/Disabled (Ingeschakeld/Uitgeschakeld) Selecteer
Disabled (Uitgeschakeld) als u DMZ-hosting wilt uitschakelen.
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om DMZ-hosting op één
computer te gebruiken. Configureer daarna de volgende
instellingen:
Source IP Address (Bron-IP-adres) Selecteer Any IP Address
(Willekeurig IP-adres) als u wilt dat de bron een willekeurig
IP-adres is. Als u een bepaald IP-adres of een bereik met
IP-adressen wilt opgeven als de aangewezen bron, selecteert u
de velden voor het adresbereik en vult u deze in.
Destination (Doel) Als u de DMZ-host wilt opgeven met het
bijbehorende IP-adres, selecteer t u IP Address (IP-adres) en
typt u het IP-adres in het daartoe bestemde veld. Wilt u de
DMZ-host opgeven met het bijbehorende MAC-adres, dan
selecteert u MAC Address (MAC-adres) en typt u het MAC-
adres in het daartoe bestemde veld. Klik op DHCP Client Table
(Clienttabel DHCP) als u deze informatie wilt ophalen.
DMZ > DHCP Client Table (Clienttabel DHCP)

DHCP Client Table (Clienttabel DHCP)

In de DHCP Client Table (Clienttabel DHCP) vindt u computers
en andere apparaten waaraan de router IP-adressen heeft
toegewezen. U kunt de lijst sorteren op naam client, interface,
IP-adres, MAC-adres en verlooptijd (hoelang het huidige IP-
adres nog actief blijft). Klik op Select (Selecteren) als u een
DHCP-client wilt selecteren. Als u de nieuwste gegevens wilt
bekijken, klikt u op Refresh ( Vernieuwen). Als u dit scherm
wilt afsluiten en wilt terugkeren naar het scherm DMZ, klikt
u op Close (Sluiten).
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen
door te voeren of klik op Cancel Changes (Wijzigingen
annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Applications and Gaming (Toepassingen en games) > QoS
Dankzij Quality of Service (QoS) is betere ser vice mogelijk voor
netwerkverkeer met een hoge prioriteit waarvoor veeleisende,
real-time toepassingen nodig zijn, zoals videoconferenties.
Applications and Gaming (Toepassingen en games) > QoS