20 NE | WEERGAVE |
Basisweergave
Schakel de TV in en kies het videokanaal (of de AV functie).
A Plaats een cassette.
Controleer dat het venster van de cassette omhoog gericht is, de kant met het label naar u toe wijst en het pijltje op de voorkant van de cassette naar de videorecorder wijst.
●Forceer de cassette niet in de videorecorder.
●De spanning van de videorecorder wordt automatisch ingeschakeld en de teller wordt op “0:00:00” ingesteld.
●Terwijl “– – –
●De weergave wordt automatisch gestart indien het wispreventielipje is verwijderd.
B Zoek het startpunt op.
Druk op 3 indien de band voorbij het startpunt is gespoeld. Druk op 5 indien u de band verder wilt spoelen.
C Start de weergave.
Druk op 4. “BEST” wordt tijdens de automatische sporing knipperend op het displaypaneel van de videorecorder getoond. ( blz. 31)
D Stop de weergave.
Druk op 8, of op 0 op het voorpaneel van de videorecorder. Druk vervolgens op 0 om de cassette te verwijderen.
Reinig de videokoppen met een droge reinigingscassette —
●Het beeld niet scherp en van slechte kwaliteit is tijdens weergave van een band.
●Het beeld niet helder is of er geen beeld is.
●“GEBRUIK REINIGINGSCASS.” verschijnt op het scherm
(alleen wanneer “O.S.D.” op “AAN” is ingesteld ( blz. 69)).
Bruikbare cassettes
●Compact VHS camcorderopnamen kunnen met deze videorecorder worden weergegeven. Plaats de opgenomen cassette eenvoudigweg in een VHS
●Zowel normale VHS als Super VHS cassettes kunnen met deze videorecorder voor opname worden gebruikt. Alleen VHS signalen kunnen op een normale VHS cassette* worden
opgenomen. VHS en Super VHS signalen kunnen echter met Super VHS cassettes worden opgenomen èn afgespeeld.
*Door de