42 NE | VIDEO NAVIGATION |
Navigatie
Wanneer u een
Schakel de TV in en kies het videokanaal (of de AV functie).
Weergave met behulp van de navigatiefunctie
De navigatiefunctie is nuttig wanneer u snel wilt controleren welke programma’s u met deze videorecorder op een band heeft opgenomen. U kunt dan een programma kiezen dat u wilt bekijken en de navigatiefunctie zal het begin van het gekozen programma automatisch opsporen op de band.
A Plaats een opgenomen cassette erin.
Gebruik een cassette die op deze videorecorder werd opgenomen.
●Terwijl “– – –
B Roep het titelscherm op.
Druk op NAVIGATION.
●Na het indrukken van NAVIGATION kan het een paar seconden duren alvorens het titelscherm verschijnt, omdat de videorecorder eerst de
●Als er geen cassette is geplaatst, zal het scherm “TITEL VINDEN” verschijnen. ( blz. 48)
C Kies een programma.
Druk op rt om het pijltje (opgelichte balk) te verplaatsen naar het programma dat u wilt bekijken.
D Start de weergave.
Druk op OK. De weergave begint automatisch nadat het gekozen programma is gevonden.
Controleren van het geheugen
U kunt controleren hoeveel informatie er reeds in het geheugen is opgeslagen.
A Roep het hoofdmenu scherm op.
Druk op MENU.
B Roep het “VIDEO NAVIGATION” scherm op.
Druk op rt om het pijltje (opgelichte balk) naar “VIDEO NAVIGATION” te verplaatsen, en druk dan op OK of e.