NE 61
G Zoek het startpunt.
Zoek het startpunt van de broncassette vanaf waar u wilt monteren door op w e te drukken of de SHUTTLE ring of JOG schijf te gebruiken. Druk vervolgens op IN/OUT (of PROG).
● Het eerste inmonteerpunt is vastgelegd en wordt op het scherm getoond.
H Zoek het uitmonteerpunt op.
Zoek het eindpunt van de te monteren scène door op w e te drukken of de SHUTTLE ring of JOG schijf te gebruiken. Druk vervolgens op IN/OUT (of PROG).
●Het uitmonteerpunt is vastgelegd en wordt op het scherm getoond.
●De totale tijd van de te
monteren scènes wordt rechts van “(+)” getoond.
●Herhaal stappen 7 en 8 voor
de overige te monteren scènes.
Veranderingen maken ...
... tijdens stap 7 of 8 kunt u vastgelegde in- en uitmonteerpunten wissen door op & te drukken. Door iedere druk wordt het laatst vastgelegde punt gewist.
●Indien u bijvoorbeeld de in- en uitmonteerpunten van 5 scènes heeft vastgelegd en de punten van de eerste scène wilt wissen, moet u op & drukken totdat alle punten na de eerste scène zijn gewist. Voer deze punten weer in nadat u de punten van de eerste scène hebt veranderd.
OPMERKINGEN:
●Tijdens het zoeken naar scènes die u wilt monteren in stappen 7 en 8 kunt u tevens het geluid beluisteren. U kunt zo voorkomen dat bijvoorbeeld een zin wordt afgebroken en de overgang tussen scènes onnatuurlijk is. Het geluid dat u hoort is echter niet TimeScan geluid.
●Bij het monteren is er mogelijk een verschil van ongeveer 2 seconden tussen de punten die u als in- en uitmonteerpunten op de broncassette heeft gekozen en de punten die door het opnametoestel als in- en uitmonteerpunten worden herkend.
●Het uitmonteerpunt van een scène moet tenminste 1 seconde na het inmonteerpunt van dezelfde scène liggen. Een uitmonteerpunt dat dichter dan 1 seconde bij het inmonteerpunt ligt wordt niet herkend.
●De videorecorder spoelt de band even door bij het monteren van meerdere scènes. Er moet derhalve tenminste
15 seconden voorbespeeld materiaal voor ieder inmonteerpunt op de broncassette zijn.
●Het opnametoestel schakelt in de stopfunctie en de montage wordt niet uitgevoerd indien een inmonteerpunt niet binnen 5 seconden wordt gevonden.
●Tijdens stap 7 en 8 — indien u de pauzefunctie activeert bij het vastleggen van in- en uitmonteerpunten in het R.A.Edit scherm, zullen de karakters van het
I Maak het opnametoestel gereed.
Schakel het opnametoestel in de opname
J Start het monteren van meerdere scènes.
Druk op START (of OK).
●De automatische montage start; de vastgelegde scènes worden automatisch in de door u gekozen volgorde op de cassette in het opnametoestel opgenomen.
●Het
●Tijdens het zoeken naar een scène zal het opnametoestel automatisch in de opname
●Nadat alle vastgelegde scènes zijn opgenomen, zal deze videorecorder in de pauzefunctie en het opnametoestel in de opname
K Stop het monteren van meerdere scènes.
Druk nogmaals op MENU om het normale scherm op te roepen en schakel deze videorecorder en het opnametoestel in de stopfunktie.
Capaciteit van het geheugen
Bij monteren van meerdere scènes wordt het geheugen van de timer gebruikt. Posities waarop reeds programma’s voor de timer zijn geprogrammeerd, kunnen niet voor de montage van meerdere scènes worden gebruikt. Het is dus mogelijk dat u niet 8 scènes voor het monteren kunt vastleggen.
●“PROGRAMMA VOL” wordt
op het R.A.Edit scherm getoond indien alle 8 posities reeds bezet zijn.
●Zie blz. 36 voor het wissen van programma’s.
Door deze regeleenheid met de R.A.EDIT aansluiting van deze videorecorder te verbinden, kunt u het monteren voor meerdere scènes ook in combinatie met een videorecorder van een ander merk gebruiken. Deze regeleenheid is geschikt voor de meest gangbare merken. Raadpleeg uw JVC handelaar voor de geschikte systemen, etc.
OPMERKING:
De