De scanner in- en uitschakelen
De vijf knoppen op het bedieningspaneel corresponderen met de
pictogrammen boven de knoppen. U activeert een pictogram door op
de bijbehorende knop te drukken.
Pictogrammen
Knoppen op
bedieningspaneel
De scanner inschakelen De scanner kan alleen vanaf de hostcomputer worden ingeschakeld.
Wanneer de scanner is ingeschakeld, kunt u het
afbeeldingsadresniveau wijzigen, de liftinstelling negeren en de
programmeerbare toetsen gebruiken. Wanneer de scanner is
ingeschakeld, ziet het bedieningspaneel er als volgt uit:
U kunt deze functies uitvoeren wanneer de scanner is ingeschakeld:
Verhoogt het afbeeldingsadresniveau. Afhankelijk van het
afbeeldingsadresniveau ziet het pictogram er als volgt uit:
geeft aan dat het volgende
afbeeldingsadresniveau niveau 3 is
geeft aan dat het volgende
afbeeldingsadresniveau niveau 2 is
geeft aan dat het volgende
afbeeldingsadresniveau niveau 1 is
Verlaagt de liftlade als deze zich nog niet op de laagste
positie bevindt.
Voert de eerste programmeerbare functie uit.
Voert de tweede programmeerbare functie uit.
Voert de derde programmeerbare functie uit.
3-2 A-61169_nl juli 2003