4. Selecteer Return.

Elevator position : 1000
5. Selecteer de gewenste liftpositie met de pijl-omlaag.
6. Selecteer Return. De liftpositie treedt in werking wanneer de
scanner wordt ingeschakeld.
De scanner kalibreren
Door de scanner te kalibreren krijgt u een optimale
afbeeldingskwaliteit en verloopt de documentinvoer vrijwel zonder
problemen. U kunt de scanner alleen kalibreren wanneer deze is
uitgeschakeld.
U kalibreert de scanner wanneer:
een bericht verschijnt dat kalibrering nodig is.
de afbeeldingskwaliteit slecht is.
de papierinvoer niet goed verloopt (valse dubbele invoer).
u de scanner hebt gereinigd.
Gebruik het kalibreervel (hieronder weergegeven) dat bij de scanner is
geleverd. Zorg dat u een correct en schoon kalibreervel gebruikt.
U kunt extra kalibreervellen bestellen. Zie het gedeelte
"Verbruiksartikelen bestellen" in Hoofdstuk 5, Onderhoud, voor meer
informatie.
U kalibreert de scanner als volgt:
1. Selecteer het kalibreringspictogram .
2. Plaats het kalibreervel naar boven gericht en met de pijlen eerst
in de liftlade
3. Druk op Starten/Hervatten.
4. Plaats het kalibreervel naar beneden gericht en met de pijlen
eerst in de liftlade
5. Druk op Starten/Hervatten. De resultaten van het kalibreren
worden weergegeven.
3-14 A-61169_nl juli 2003