4 Documentprinter en patchlezer
Dit hoofdstuk bevat instructies voor het gebruik van de Kodak
Imagelink documentprinter 1 en de patchlezer. U vindt in dit hoofdstuk
informatie over de volgende onderwerpen:
De inktcassette doorprikken
De inktcassette vervangen
De inktblotterstrips vervangen
De printerpositie instellen
Patchtypen die door de patchlezer worden ondersteund
De positie van de patchlezer instellen
De documentprinter De documentprinter 1 gebruikt een standaardinktcassette, waardoor
het een goedkoop en effectief hulpmiddel is om informatie op
gescande documenten aan te brengen en gebruik te maken van
documentbeheersystemen. U kunt bijvoorbeeld batches maken en
tijdsstempels aanbrengen.
De documentprinter 1 is geschikt voor het afdrukken van op de host
gedefinieerde alfanumerieke tekens. U kunt er data, de tijd, het aantal
documenten en aangepaste berichten mee afdrukken. Alle
afdrukinformatie wordt vastgelegd in een document-headerrecord. Alle
bedieningselementen en functies van de printer zijn toegankelijk via
de ISIS- en TWAIN-stuurprogramma's.
Afgedrukte informatie De informatie die door de documentprinter wordt afgedrukt, wordt
tijdens het instellen van de toepassing door de systeembeheerder of
integrator gedefinieerd.
U kunt elke willekeurige combinatie van de volgende elementen
afdrukken, op voorwaarde dat de totale lengte niet groter is dan
40 tekens.
Afbeeldingsadres van het document (u kunt zelf opgeven hoeveel
van de vier afbeeldingsadresvelden in welke volgorde worden
afgedrukt)
Datum
Tijd
Aantal documenten
Berichten - u kunt maximaal zes velden definiëren om zo een
afdrukreeks samen te stellen
A-61169_nl juli 2003 4-1