OPBOUW EN BEDIENINGSELEMENTEN VAN DE MACHINE - BESCHRIJVING
De hoofdschakelaar voor inschakeling van het aanzuigsysteem, de hoofdborstel en de zijborstel (1) – In de middelste stand '0' is de machine uitgeschakeld; in de stand 'I' worden het aanzuigsysteem en de hoofdborstel ingeschakeld; in de stand 'II' worden het aanzuigsysteem, de hoofdborstel en de zijborstel ingeschakeld.
Groen controlelampje (2) - Wanneer dit lampje brandt terwijl de machine in werking is, betekent dit dat de accu's zijn opgeladen. Hoe lang de machine nog kan werken, hangt af van de capaciteit van de gemonteerde accu's en van de werkomstandigheden. Wanneer het lampje brandt tijdens het opladen van de accu's, betekent dit dat de laadcyclus is voltooid en dat de accu's zijn opgeladen.
Geel controlelampje (3) - Wanneer dit lampje brandt terwijl de machine in werking is, betekent dit dat de accu's half zijn opgeladen. De machine kan nog ongeveer 10 minuten werken. Wanneer het lampje brandt tijdens het opladen van de accu's, betekent dit dat de laadcyclus bijna is voltooid en dat de accu's bijna zijn opgeladen.
Rood controlelampje (4) - Wanneer dit lampje brandt terwijl de machine in werking is, betekent dit dat de accu's leeg zijn. De accu's zijn leeg en moeten worden opgeladen (zie de procedure in het betreffende deel). Wanneer het lampje brandt terwijl de accu's worden opgeladen, betekent dit dat de accu's bezig zijn met opladen.
Bedieningshendel voor aandrijving (5) – Wanneer u de hendel voorzichtig naar het stuur trekt, komt de machine in beweging. De aandrijfsnelheid neemt toe met de stand van de hendel.
Stuur (6) - Pak het stuur vast om met de machine te manoeuvreren.
Stelknoppen voor hoek van stuur (7) – Draai de knoppen los en stel de hoek van het stuur af. Draai de knoppen daarna weer vast.
Knop filterschudder (8) – Wanneer u de knop enkele malen naar rechts en daarna naar links zet, wordt het fi lter geschud; wanneer deze handeling regelmatig wordt herhaald tijdens de werkzaamheden, blijft het aanzuigsysteem optimaal werken. Voordat u de fi lterschudder activeert, moet u eerst de motor stoppen en de hoofdschakelaar (1) op '0' zetten.
Afvalcontainer (9) – Deze verzamelt het opgeveegde en opgezogen vuil. Wanneer deze vol is, moet hij worden geleegd aan de hand van de procedure in het hoofdstuk Gebruik. Wanneer de afvalcontainer vol is, worden de functies van de machine geblokkeerd.
Sturend voorwiel (10) - Hiermee kan de machine sturen.
Zijborstel (11) – Verwijdert stof en vuil van de vloer aan de rechterzijde van de machine (langs de randen van trottoirs, muren, etc.) en voert deze tot voor de hoofdborstel.
Hendel voor omhoog/omlaag brengen van zijborstel (12) – Koppel deze los uit de steun en druk deze naar voren om de zijborstel te laten zakken en trek hem naar achteren om de borstel omhoog te brengen.
Stelknop voor hoogte zijborstel (13) – Hiermee kan de hoogte van de zijborstel van de vloer worden afgesteld (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud).
Hoofdborstel (14) – Deze verwijdert stof en vuil van de vloer over de hele breedte van de machine door deze in de afvalcontainer te zuigen.
Stelknoppen voor hoogte hoofdborstel (15) – Hiermee kan de hoogte van de hoofdborstel van de vloer worden afgesteld (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud).
Aandrijfwielen achter (16) – Deze duwen de machine naar voren tijdens de werkzaamheden. Opbergvak (17) – Ruimten om voorwerpen in op te bergen.
Kabel acculader (18) – Hiermee kunnen de accu's weer worden opgeladen (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud). Ruimte voor kabel van acculader (19) – Berg in deze ruimte de kabel van de acculader op wanneer deze niet wordt gebruikt. Herbruikbare zekering voor motor zijborstel (20) – Deze wordt geactiveerd om de motor van de zijborstel te beschermen bij overbelasting. Wanneer dit gebeurt, wacht dan totdat de motor is afgekoeld en activeer de zekering weer door deze in te drukken totdat hij niet verder gaat.
Herbruikbare zekering hoofdmotor van 30 A (21) – Deze wordt geactiveerd om de hoofdmotor te beschermen bij overbelasting. Wanneer dit gebeurt, wacht dan totdat de motor is afgekoeld en activeer de zekering weer door deze in te drukken totdat hij niet verder gaat.
Accu's (22) - Leveren het elektrische vermogen waarmee de machine zelfstandig kan werken. De accu's zijn van het type Gel, dus onderhoudsvrije accu's zonder elektrolyt.
Stoffilter (23) – Houd de opgeveegde en opgezogen stof van de vloer vast en laat lucht door. Tijdens de veegwerkzaamheden moet de knop voor de fi lterschudder (8) regelmatig worden geactiveerd om het stof te verwijderen dat op het fi lter zelf blijft hangen en om ervoor te zorgen dat het aanzuigsysteem goed blijft werken.
Motor zijborstel (24) – Activeert de zijborstel.
Hoofdmotor (25) – Activeert de hoofdborstel en het aandrijfsysteem.
Aandrijfwiel (26) – Hiermee kan de aandrijving op de wielen worden overgebracht. Aanzuigventilator (27) – Hiermee wordt het stof en vuil van de vloer opgezogen.
Acculader (28) – Laadt de accu's van de machine op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud).
Smeltzekering motor aanzuigsysteem van 7,5 A (29) - Grijpt in om de motor van het aanzuigsysteem te beschermen bij overbelasting. Wanneer dit gebeurt, moet de zekering worden vervangen door geautoriseerd personeel.
Motorkap (30) – Beschermt de interne onderdelen van de machine.
Handgrepen voor de afvalcontainer (31) en (32) – Hiermee kan de afvalcontainer worden vastgepakt en verplaatst. Plaatje met serienummer/technische gegevens/conformiteitsmarkering (33) - Hierop vindt u alle gegevens van de machine.
Zij-, voor- en achterflaps (34), (35), (36) – Deze verhogen het aanzuigeffect voor het verzamelen van vuil en stof.