AANSLUITINGEN (AANSLUITINGENPANEEL)

AANSLUITINGEN

AANSLUITINGENPANEEL

1

2

3

4

5

6

7

8

 

 

 

 

SIGNAL GND

 

 

 

 

 

 

SIGNAL GND

 

 

 

 

DIGITAL IN

 

 

MASTER 2

REC

PHONO

LINE

PHONO

LINE

 

 

PHONO

CD

LINE

L

CD

 

 

 

 

 

L

 

 

L

 

L

 

 

 

L

 

 

 

 

 

 

 

POWER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OFF

ON

 

 

CONTROL

 

 

CONTROL

 

 

CONTROL

 

 

CONTROL

 

 

MIDI OUT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1GND

 

 

R

 

R

 

 

 

R

 

 

R

 

 

DIGITAL OUT

 

 

R

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

fs (Hz)

 

 

2HOT

 

 

DIGITAL

 

 

DIGITAL

 

 

 

DIGITAL

 

 

DIGITAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AC IN

3COLD

 

 

LINE

 

 

LINE

 

 

 

CD

 

 

CD

48 k

96 k

 

 

 

 

MASTER ATT -3dB0dB

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-6dB

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-12dB

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

R

MASTER 1 L

ADD

CUT

 

R

BOOTH

L

R

SEND L(MONO)

R

RETURN L(MONO)

 

 

 

 

MIC SIGNAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(TRS)

 

 

 

21

 

 

20

19

18

17

 

16

15

14

13

12

11

10

9

1.POWER schakelaar

2.MASTER 2 uitgangsaansluitingen

RCA-type ongebalanceerde uitgang.

3. Opname-uitgangsaansluitingen (REC)

RCA-type uitgangsaansluitingen voor het maken van opnamen.

13. RETURN aansluitingen

Ø6,3 mm klinkstekkertype ingangsaansluitingen.

Deze kunnen verbonden worden met de uitgangsaansluitingen van externe effectors of andere gelijkwaardige apparaten.

Wanneer alleen het L-kanaal is aangesloten, zal het ingangssignaal van het L-kanaal ook naar het R-kanaal worden gestuurd.

4. PHONO ingangsaansluitingen

RCA-type phono-niveau (voor MM-element) ingangsaansluitingen. Gebruik deze aansluitingen niet voor het invoeren van lijnniveausignalen.

5. LINE ingangsaansluitingen

RCA-type lijnniveau-ingangsaansluitingen.

Hierop kan een cassettedeck of ander apparaat met een lijnniveau- uitgangssignaal worden aangesloten.

6. Signaal-aardeaansluitingen (SIGNAL GND)

Sluit hierop de aarddraden van analoge spelers aan. Dit is geen veiligheidsaarde-aansluiting.

7. CD ingangsaansluitingen

RCA-type lijnniveau-ingangsaansluitingen.

Hierop kan een DJ CD-speler of ander apparaat met een lijnniveau- uitgangssignaal worden aangesloten.

8. DIGITAL IN aansluitingen

RCA-type digitale coaxiale ingangsaansluitingen.

Hierop kan een DJ CD-speler of ander apparaat met digitale coaxiale uitgangsaansluitingen worden aangesloten.

9. MIDI OUT aansluiting

DIN-type uitgangsaansluiting.

Hierop kan een ander MIDI apparaat worden aangesloten (zie blz. 103).

10. DIGITAL OUT aansluiting

RCA-type digitale coaxiale uitgangsaansluiting.

Digitale audiohoofduitgang.

11. Bemonsteringsfrequentie-keuzeschakelaar (fs 48 k/96 k)

Gebruik deze schakelaar om de bemonsteringsfrequentie van de digitale uitgang op 96 kHz/24 bit of 48 kHz/24 bit in te stellen.

12. DIGITAL/CD ingangskeuzeschakelaars

Gebruik deze schakelaars om de analoge ingang (CD) of digitale ingang (DIGITAL IN) te kiezen.

88

14. SEND uitgangsaansluitingen

Ø6,3 mm klinkstekkertype uitgangsaansluitingen.

Deze kunnen verbonden worden met de ingangsaansluitingen van externe effectors of andere gelijkwaardige apparaten. Wanneer alleen het L-kanaal is aangesloten, wordt er een L+R monosignaal uitgevoerd.

15. CONTROL aansluitingen

Ø3,5 mm mini-aansluiting. Deze kan verbonden worden met de bedieningssignaal-aansluiting van een Pioneer DJ CD-speler. Wanneer deze aansluiting is verbonden, kan de fader van de DJM- 800 gebruikt worden voor het starten/stoppen op de DJ CD-speler.

16. BOOTH monitor-uitgangsaansluitingen

Ø6,3 mm klinkstekkertype cabinemonitor-uitgangsaansluitingen. Het geluidsniveau van deze aansluitingen wordt onafhankelijk geregeld door de BOOTH MONITOR niveauregelaar, ongeacht de stand van de MASTER LEVEL regelaar. (Deze aansluitingen leveren TRS uitvoer, dus zij ondersteunen zowel gebalanceerde als ongebalanceerde uitgangen.)

17. DIGITAL/LINE ingangskeuzeschakelaars

Gebruik deze schakelaars om de analoge ingang (LINE) of digitale ingang (DIGITAL IN) te kiezen.

18. Hoofduitgangsniveau-verzwakkingsschakelaar

(MASTER ATT)

Gebruik deze schakelaar voor het verzwakken van de hoofduitgang 1 en 2 signalen. De instelbare waarden zijn 0 dB, –3 dB, –6 dB en –12 dB.

19. Microfoonsignaalschakelaar (MIC SIGNAL ADD/CUT)

Wanneer deze schakelaar op [ADD] staat, zullen de geluiden van microfoon 1 en microfoon 2 via de BOOTH monitor- uitgangsaansluitingen worden uitgevoerd.

Wanneer de schakelaar op [CUT] staat, zullen de geluiden van microfoon 1 en microfoon 2 niet via de BOOTH monitor- uitgangsaansluitingen worden uitgevoerd.

20. MASTER 1 uitgangsaansluitingen

XLR-type (mannetjes-stekker) gebalanceerde uitgang.

÷Bij gebruik van een snoer met RCA-type stekkers moet u de stekkers rechtstreeks in de MASTER 2 aansluitingen steken zonder XLR/RCA verloopstekkers te gebruiken.

21. Netstroomingang (AC IN)

Sluit hierop het bijgeleverde netsnoer aan en steek dan de stekker aan het andere uiteinde in een stopcontact met de juiste netspanning.

<DRB1392> Du

Page 88
Image 88
Pioneer DJM-800 operating instructions Aansluitingen Aansluitingenpaneel